Ravensburger 4 eerste spellen Handleiding

Ravensburger Spelletjes 4 eerste spellen

Lees hieronder de šŸ“– handleiding in het Nederlandse voor Ravensburger 4 eerste spellen (2 pagina's) in de categorie Spelletjes. Deze handleiding was nuttig voor 61 personen en werd door 2 gebruikers gemiddeld met 4.5 sterren beoordeeld

Pagina 1/2
Ravensburger Spelen No. 602 5 000 6
Ontwerp: Hermann Wernhard
Een spellenmagazijn voor kinderen
van3-6jaar
lnhoud:
2 tweezijdig bedrukte speelborden
20 gekleurde bloemvormen
24 kaartjes met plaatjes
6 pionnen
1 kleurendobbelsteen
Deze spellenverzameling is samenge-
steld voor kinderen, die nog niet kun-
nen lezen.
16
Spelregels
Vogelspel
Een spel met de kleurendobbelsteen
voar 2-4 kinderen vanat 4 jaar
Speelmateriaal:
1 speelbord
20 bloemenvormen
1 kleurendobbelsteen
Voorbereiding: iedere speler kiest
een bloemenperk. De bloemvormen
worden in de doosdeksel gelegd.
Hoe gespeeld wordt: om beurten wordt
met de kleurendobbelsteen gegooid.
Een bloemvorm, die in kleur overeen-
komt met de gegooide kleur met de
dobbelsteen, mag gepakt worden en
in het eigen bloemenperk gelegd wor-
den. Als die bloem al belegd is, mag
geen andere bloemenvorm genomen
worden en is de volgende speler aan
de beurt. Wie groen heeƍt pech. Er valt
niets te pakken.
Einde van het spel: wie als eerste zijn
hele bloemenperk vol heeft, is winnaar.
Met deze spellen kunnen kleuters het
principe van het samen spelen gemak-
kelijk leren, omdat de spelregels een-
voudig zijn, de spellen maar kort duren
en toch vrolijk en spannend zijn. Zelƍs
voor driejarigen is het mogelijk om
van oudere kinderen te winnen omdat
ze zich alleen maar hoeven te oriƫn-
teren aan kleuren en beeldmotiven.
De ,,4 eerste spellen" hebben 4 ver-
schillende speelborden, waarmee en
klimmende moeilijkheidsgraad van de
spellen gegeven is.
Het eenvoudigste is het Vogelspel
Bij dit spel moet iedere speler zijn
eigen rechte weg aƍleggen. Overeen-
komstig de kleur, die met de dobbel-
steen gegooid wordt, mag er voor-
waarts worden gezet. Wie als eerste
het nest bereikt, heeft gewonnen. Mis-
schien heeƍt iemand daar een prijsje
ingelegd! Dit spel heeƍt, rekeninghou-
dend met 3jarigen, een bijzonder korte
speelduur.
BĆ­j het Bloemenspel heeft ieder kind
zijn eigen bloemperk. Het gaat er om
met de dobbelsteenkleuren die men
gooit, de passende bloemvormen te
kiezen. Voor grotere kinderen kan dit
spel met de spelregel van ,,gelukspot"
tot een vrolijk roversspel aangevuld
worden.
Bij het spel met het kasteel moeten
alle kinderen een gemeenschappe-
lijke, slingerende weg in de vorm van
een slakkenhuis afleggen. Dat brengt
al aardig wat problemen met zich mee.
Hoe gemakkelijk schuiven kinderen
niet op het aangrenzende veld, naar
binnen oƍ naar buiten, op de cirkel in
plaats van op de goede weg te blijven.
Bovendien heeƍt dit spel 12 kanskaart-
jes, waardoor men zowel voor- als
achteruit gestuurd kan worden. Bij dit
spel kan men er ook afgeworpen wor-
den.
Het Worsthappen is het moeilijkste. De
spelers mogen, af hankelijk van de
spelsituatie, hun pion alle kanten op
laten gaan. Bovendien mag er aƍge-
worpen worden. Wie handig speelt en
het geluk van de dobbelsteen mee
heeƍt, kan de meeste worstkaartjes te
pakken krijgen en is dus winnaar.
aaoooooooaooo
Roven: gooit een speler weer blauw
(zijn eigen blauwe bloem in zjin perk
moet al belegd zijn) en vindt hij in de
doosdeksel geen blauwe bloem meer,
dan mag hije en openliggende blauwe
bloem van een andere speler roven.
Hetzelfde geldt voor alle kleuren, met
uitzondering van groen.
Uit de perken mag niet gerooƍd wor-
den.
Wie groen gooit, krijgt 3 fiches uit de
gelukspot.
Einde van het spel: wie als eerste zijn
bloemenperk vol heeƍt, krijgt nog i0
ƍiches uit de gelukspot. De fiches van
alle andere spelers worden als plus-
punten geteld.
Winnaar is degene, die na een aantal
vooraf overeengekomen ronden, de
meeste punten heeft.
Het spel met de gelukspot
Voorbereiding: men kan het bloemen-
spel ook uitbreiden en om winst spe_
len. Voordat het spel begint, wordt er
een ,,gelukspot" opgezocht en met
,,ƍiches" gevuld. Dat kunnen bonen,
knopen, speelgeld of snoepjes zijn. Uit
deze gelukspot ontvangt iedere speler
'10 ƍiches. Nu wordt er om beurten met
de dobbelsteen gegooid. Een bloem-
vorm, die,in kleur overeenkomt met de
gegooide kleur op de dobbelsteen,
mag gepakt worden en in het eigen
bloemenperk afgelegd worden.
Gooit een speler Ć­n de loop van het
spel b. v. voor de tweede keer blauw,
dan mag hij nog een blauwe bloem-
vorrn uit de doosdeksel nemen en die
voor zich neerleggen (hetzelƍde geldt
voor alle andere kleuren, behalve
groen).
Vindt in het verdere verloop van het
spel een andere speler geen bloem-
vorm voor zijn eigen bloemenperk
meer ni de voorraad, dan moet hij er
een die open ligtbij een van de andere
spelers met een ƍiche kopen.
17
Bloemenspel
Een spel met de kleurendobbelsteen
voor 2-6 kinderen vanaƍ 3 jaar
Speelmateriaal:
1 speelbord
6 pionnen
1 kleurendobbelsteen
Voorbereiding:
Bijzonder veel plezier en spanning
geeƍt dit spel als er een prijsje in het
nest ligt. ledere speler kiest een pion
en zet die voor het eerste veld van zijn
speelbaan. Wie het eerste wit gooit
mag beginnen.
1e spelregel
Om beurten wordt er met de dobbel-
steen gegooid. Men mag met zijn pion
naar het veld met dezelfde kleur gaan
als men met de dobbelsteen gooit. In
het nest komt men alleen maar als
men wit gooit. Wie met de gegooide
kleur niet vooruit kan moet een beurt
overslaan.
18
zetten. Op die manier kan men zowel
voorwaarts als achterwaarts gestuurd
worden. ledere speler mag zijn kans-
kaarten houden.
Wie voor het kasteel staat en met de
dobbelsteen een kleur gooit van het
veld achter zich, moet naar dit veld
terug.
Einde van het spel: wie groen gooit en
daarmee als eerste het doelveld be-
reikt, mag het kasteel binnengaan en
is de koning.
Uitbreiding van de spelregels:
De tijdens het spel verworven kans-
kaarten worden voor iedere speler ge-
noteerd. De koning krijgt 5 punten
extra.
Wie na een vooraf overeengekomen
aantal ronden de meeste punten heeƍt
verzameld, wordt tot keizer gekroond.
2e spelregel
Nu mag er alleen gezet worden als de
speler de kleur van het volgende veld
gooit. Er mag dus niet over kleurvel-
den heengesprongen worden. Wie wit
gooit, mag in dit geval telkens een
punt vooruit. Vanaf het laatste kleur-
veld komt men uitsluitend met wit op
het nest.
Einde van het spel: wie als eerste het
nest bereikt, heeft gewonnen. Hii krijgt
eventueel de prijs die er op gelegd is
oƍ 5 pluspunten.
Worsthappen
Een spel met de kleurendobbelsteen
voor 2-4 spelers vanaf 6 jaar.
Speelmateriaal:
1 speelbord
pionnen
12 worstkaartjes
1 kleurendobbelsteen
Voorbereiding: de 12 worstkaartjes
worden op de witte velden van het
speelbord gelegd. ledere speler kiest
een pion uit en zet die in een honde-
mandje.
Hoe gespeeld wordt: om beurten wordt
er met de dobbelsteen gegooid. Wie
de kleur van het veld vĆ³Ć³r zijn honde-
mandje gooit, mag het speelveld op.
Men mag zijn pion in rechte lijn ver-
plaatsen naar een veld dat in kleur
overeenkomt met de met de dobbel-
steen gegooide kleur. D.w.z. naar
rechts, naar Iinks, vooruit en achteruit.
Diagonaal, dus schuin, mag niet gezet
worden. ledere speler probeert nu zo-
veel mogelijk worstkaartjes te bemach-
tigen. Als er wit gegooid wordt, dan
probeert men van zijn standplaats uit
Het spel met
het kasteel
Een spel met de kleurendobbelsteen
voor 2- 6 spelers vanaƍ 4 jaar.
Speelmateriaal:
1 speelbord
pionnen
12 kanskaartjes met dieren en
bloemen
1 kleurendobbelsteen
Voorbereiding: ieder speler kiest een
pion en zeƍ deze op het startveld. De
kanskaartjes worden op een stapel ge-
Iegd.
Hoe gespeeld wordt: om beurten wordt
er met de dobbelsteen gegooid. De
jongste speler mag beginnen. Men mag
met zijn pion steeds naar een volgende
veld, waarvan de kleur door de dob-
belsteen wordt bepaald. Als men oP
een veld komt dat al door een Pion is
bezet, wordt de pion, die daar staat,
naar het startveld teruggeworpen.
Kanskaarten: als er met de dobbel-
steen wit geworpen wordt, mag de bo-
venste kanskaart gepakt worden. Het-
zelƍde plaatje wordt op het speelbord
gezocht. Daar moet de speler zijn pion
naar een veld met een worstkaartje te
zetten. Lukt dat, dan mag het tvorst-
kaartje behouden worden. De pion
wordt op het lege veld geplaatst. Over
reeds lege witte velden mag heen ge-
speeld worden. Wie op het gele mid-
denveld staat en wit gooit, heeft pech.
Van daaruit kan men geen enkel worst-
kaartje bereiken.
Als een pion op een veld komt, waar al
een andere pion staat, dan wordt deze
pion van het speelveld geworpen. De
speler zel zijn figuur in de hondemand
terug en moet de speler die hem er aƍ
geworpen heeƍt een worstkaartje ge-
ven.
Als hij geen worstkaartje heeft, dan
heeƍt de speler die hem er af gegooid
heeft pech. Hij krijgt niets. Wie nu in
de hondemand zit, mag met iedere
kleur op het speelveld terug komen.
Einde van het spel: het spel is uit als
alle kaartjes van het bord genomen
zijn. Wie de meeste kaartjes heeƍt, is
winnaar.
Als er een vooraf bepaald aantal ron-
den na elkaar wordt gespeeld, kunnen
de worstkartjes voor iedere speler als
pluspunten genoteerd worden.
O 1977 by Otto Maier Verlag Ravensburg
'19


Product specificaties

Merk: Ravensburger
Categorie: Spelletjes
Model: 4 eerste spellen

Heb je hulp nodig?

Als je hulp nodig hebt met Ravensburger 4 eerste spellen stel dan hieronder een vraag en andere gebruikers zullen je antwoorden




Handleiding Spelletjes Ravensburger

Handleiding Spelletjes

Nieuwste handleidingen voor Spelletjes