Algemeen Sjoelen Handleiding


Lees hieronder de 📖 handleiding in het Nederlandse voor Algemeen Sjoelen (4 pagina's) in de categorie Spelletjes. Deze handleiding was nuttig voor 52 personen en werd door 2 gebruikers gemiddeld met 4.5 sterren beoordeeld

Pagina 1/4
1 ALGEMEEN
1.1 De spelregels zoals in dit reglement omschreven, moeten bij alle bondswedstrijden in
acht worden genomen.
1.2 Bij bekerwedstrijden kan hierop door de bekercommissie een uitzondering worden
gemaakt.
2 SPELMATERIAAL
2.1 Het spelmateriaal zoals in dit reglement omschreven, is in overeenstemming met een
door de bond goedgekeurde wedstrijdbak
2.2 SJOELBAK, zie figuur 1.
De sjoelbak is samengesteld uit de volgende houten onderdelen:
1. afzetbalk
2. bodem
3. zijwanden
4. poortenbalk
5. tussenwanden
6. achterwand
Figuur 1.
2.3 POORTENBALK, zie figuur 2.
Aan de voorzijde van de poortenbalk zal boven elke opening een indicatie zijn
aangebracht. Deze indicatie kan bestaan uit cijfers of andere middelen doch dient in ieder
geval te bestaan uit een waardering die van links naar rechts gezien bestaat uit:
2-3-4-1.
Figuur 2.
2.4 AFMETINGEN, zie figuur 1 en 2.
Waar in de figuur niet aangegeven gelden de volgende maten:
a. dikte zijwanden: 12 mm
b. dikte tussenwanden: 12 mm
c. dikte achterwand: 14 mm
d. dikte poortenbalk: 14 mm.
2.5 SJOELSCHIJF
a. materiaal: beukenhout
b. glijvlak: hol
c. gewicht: 20 ± 3 gram
d. diameter: 52 mm
e. dikte: 13 mm.
2.6 CONTROLESTREEP
Op de bodem is een streep aangebracht loodrecht onder de achterkant van de afzetbalk.
2.7 Niet genoemde onderdelen of afmetingen worden voor de sjoelsport van minder
belang geacht.
Opmerking: alle maten zijn aangegeven in millimeters.
Tolerantie: lengtematen ± 0.15%
overige maten ± 0.3%.
3 SPELREGELS
3.1 ALGEMEEN
Indien in dit reglement hij, deelnemer, speler, enz. wordt vermeld, dan worden hiermee
ook de vrouwelijke leden bedoeld, tenzij dit uitdrukkelijk anders is bepaald.
3.2 SPEELWIJZE
a. Elk spel begint met 30 schijven.
b. De deelnemer wordt geacht de schijven vóór aanvang van het spel te hebben geteld.
c. Een schijf is in het spel zodra deze de streep bij de afzetbalk geheel voorbij is.
d. Is een schijf éénmaal in het spel dan mag deze door niemand meer aangeraakt
worden. Uitzonderingen hierop zijn:
1. Een schijf die buiten de bak geraakt.
2. Een schijf die over de poortenbalk heen in een vak geraakt.
3. Een schijf die, anders dan door de poortenbalk, uit het vak geraakt en op welke
manier dan ook:
a. terugkomt in hetzelfde vak,
b. terugkomt in één van de overige vakken,
c. op één van de tussenwanden blijft rusten.
In bovenstaande gevallen neemt de jury de schijf direct uit het spel.
4. Een schijf die terugkomend, de streep aan de achterkant van de afzetbalk geheel is
gepasseerd. De speler moet deze schijf na toestemming van de jury uit de bak nemen en
naast de bak aan de kant van het jurylid leggen, zodanig dat deze gescheiden is van de
overige schijven die nog gespeeld moeten worden.
e. Een schijf is in het vak als deze onder de afzetbalk door, de voorkant van de
poortenbalk geheel is gepasseerd. In twijfelgevallen dient de jury een recht afsluitlatje
tegen de voorkant van de poortenbalk te schuiven, beweegt hierbij de schijf dan is deze
niet in het vak.
f. De jury stapelt de schijven op stapels van 4 voor de eerste 4 in het vak zittende
schijven. De volgende stapels op 3, zie figuur 3. De onderste schijf van de eerste stapel
in alle 4 vakken wordt los van de achterwand geplaatst; max. 5 mm.
Figuur 3.
4 PUNTENTELLING
De puntentelling dient als volgt te geschieden:
in elk vak 1 schijf = 20 punten,
in elk vak 2 schijven = 40 punten,
in elk vak 3 schijven = 60 punten, enz.
Bevinden zich buiten deze berekening nog meer schijven in een vak dan tellen deze
schijven elk voor de punten van dat vak.
Voorbeeld:
In elk vak liggen 5 schijven en een extra schijf in vak 4.
De telling is dan 100 + 4 = 104 punten.
Maximaal haalbaar is dus 148 punten.
Boven de maximale score van 148 punten kan nog een bonus van maximaal 8 punten
worden behaald indien de speler de score van 148 punten behaald heeft in maximaal
twee onderbeurten.
Indien 148 in één onderbeurt is behaald krijgt de speler twee keer één schijf terug. Is de
148 behaald in twee onderbeurten, dan krijgt de speler één keer één schijf terug.
De schijf wordt gespeeld waarna opnieuw wordt gestapeld. Indien de schijf twee keer
terug moet worden gegeven, wordt diezelfde schijf nogmaals gespeeld. Alleen het
resultaat van de gespeelde schijf in de eerste en, indien van toepassing, tweede keer
telt. Het aantal behaalde bonuspunten wordt berekend volgens bovenstaande
puntentelling, maximaal kan dus twee keer 4 bonuspunten worden behaald.
De uiteindelijke score is de som van de behaalde punten en bonuspunten.
Voorbeelden.
1. Een speler heeft 148 punten gescoord in twee onderbeurten. Hij krijgt nu nog één
schijf terug, welke hij in vak 2 werpt.
De speler heeft nu 148 + 2 = 150 punten behaald.
2. Een speler heeft 148 punten gescoord in één onderbeurt. Hij krijgt nu nog twee keer
één schijf terug. De eerste keer werpt hij deze in vak 4, de tweede keer in vak 1. De
speler heeft nu 148+4+1=153 punten gescoord.
5 SPELVOLGORDE
Een sjoelbeurt bestaat uit 3 onderbeurten in de volgende volgorde te spelen:
a. De speler telt de 30 schijven.
b. Na toestemming van de jury werpt de speler deze 30 schijven en geeft duidelijk te
kennen dat alle schijven geworpen zijn.


Product specificaties

Merk: Algemeen
Categorie: Spelletjes
Model: Sjoelen

Heb je hulp nodig?

Als je hulp nodig hebt met Algemeen Sjoelen stel dan hieronder een vraag en andere gebruikers zullen je antwoorden