Casio 3796 Handleiding

Casio Horloge 3796

Lees hieronder de πŸ“– handleiding in het Nederlandse voor Casio 3796 (4 pagina's) in de categorie Horloge. Deze handleiding was nuttig voor 38 personen en werd door 2 gebruikers gemiddeld met 4.5 sterren beoordeeld

Pagina 1/4
Gebruiksaanwijzing 3796
1
Vertrouwd raken
Gefeliciteerd met de aankoop van dit CASIO horloge. Om optimaal gebruik te kun-
nen maken van uw aankoop, lees deze gebruiksaanwijzing nauwkeurig door en houd
deze bij de hand voor latere referentie indien noodzakelijk.
Waarschuwing!
De gegevens over de geografische lengte, maanstatus, maanfase-indicator
en getijgrafiek die op het display van dit horloge verschijnen, zijn niet voor
navigatiedoeleinden bedoeld. Gebruik altijd correcte instumenten en bronnen
om gegevens voor navigatiedoeleinden te verkrijgen.
Dit horloge is geen instrument om laag en hoog getijgegevens te berekenen.
De getijgrafiek van dit horloge is uitsluitend bedoeld om een redelijke
schatting van de getijbewegingen te verschaffen.
CASIO COMPUTER CO., LTD stelt zich niet verantwoordelijk voor elk
willekeurig verlies of claims van derden die kunnen optreden door gebruik
van dit horloge.
Over deze gebruiksaanwijzing
Knopbedieningen worden aangegeven met
gebruikmaking van in de illustratie getoonde letters.
Voor de duidelijkheid worden de analoge wijzers van
het horloge niet in de illustraties getoond.
Elke sectie van deze gebruiksaanwijzing verschaft u
de informatie die u nodig heeft om de bedieningen
in elke functie uit te voeren. Meer gedetailleerde en
technische informatie vindt u in de "Referentie"-sectie.
Algemene Gebruiksaanwijzing
Druk op om van functie te veranderen.
In een willekeurige functie (behalve als een instelscherm op het display getoond
wordt), druk op om het display te verlichten.
Tijdfunctie
Het horloge is uitgevoerd met een digitale en analoge
tijdfunctie. De bedieningen voor het instellen van de
digitale en analoge tijd zijn verschillend.
De maanfase-indicator toont de huidige maanfase
overeenkomstig de huidige datum van de tijdfunctie.
De getijgrafiek toont de beweging van het tij voor de
huidige datum overeenkomstig de huidige tijd van
de tijdfunctie.
Belangrijk!
Stel de huidige tijd, datum en woonplaatsgegevens
(gegevens voor de plaats waar u het horloge gebruikt)
juist in voordat u van de horlogefuncties gebruik maakt.
Zie "Woonplaatsgegevens" voor meer informatie.
Digitale tijd en datum
Gebruik de tijdfunctie om de digitale tijd en datum in te stellen en te bekijken. Als u
de digitale tijd instelt, kunt u ook de zomertijdinstellingen invoeren.
De digitale tijd en datum instellen
1. Houd in de tijdfunctie ingedrukt totdat de
secondecijfers beginnen te knipperen, wat aangeeft
dat het instelscherm is geselecteerd.
2. Druk op om het knipperen in de hieronder
getoonde volgorde te verplaatsen om andere
instellingen te selecteren.
3. Als de instelling die u wilt wijzigen knippert, druk op en om deze als
hieronder beschreven te wijzigen.
4. Druk twee keer op om het instelscherm te verlaten.
De eerste keer dat u op drukt verschijnt het UTC-verschil instelscherm. Als u
nogmaals op drukt verlaat u het instelscherm.
Als u alleen de seconden opnieuw op 0 instelt (zonder de zomertijd-, uur- of
minuteninstelling te wijzigen), wordt de instelling van de analoge minutenwijzer
automatisch aangepast.
Zie "Instelling zomertijd digitale tijd" voor meer informatie over de
zomertijdinstelling.
De dag van de week wordt automatisch overeenkomstig de datuminstellingen
(jaar, maand en dag) getoond.
Instelling zomertijd digitale tijd
Zomertijd zet de digitale tijd een uur vooruit ten opzichte van de standaardtijd.
Let erop dat niet alle landen of zelfs lokale gebieden van zomertijd gebruik maken.
De digitale tijdfunctie-tijd tussen zomertijd en standaardtijd wisselen
1. Houd in de tijdfunctie ingedrukt totdat de
secondecijfers beginnen te knipperen, wat aangeeft
dat het instelscherm geselecteerd is.
2. Druk een keer op om het zomertijd-instelscherm
te laten verschijnen.
3. Druk op om tussen zomertijd (OONNgetoond) en
standaardtijd (OOFFgetoond) te wisselen.
4.
Druk twee keer op om het instelscherm te verlaten.
De DST indicator verschijnt op het tijdfunctie-,
maan/getijgegevens-, alarm en wijzers-instelfunctie-
scherm om aan te geven dat zomertijd is
ingeschakeld. In de maan/getij-gegevensfunctie
verschijnt de DST indicator alleen op het
getijgegevensscherm.
Woonplaatsgegevens
Maanfase-, getijgrafiek- en maan/getij-gegevensfunctie-gegevens worden niet juist
getoond tenzij de woonplaatsgegevens (UTC-verschil, geografische lengte en maan-
interval) juist zijn ingesteld.
Het UTC-verschil is het tijdverschil van de tijdzone waarin de plaats zich bevindt
ten opzichte van de tijd in Greenwich, Engeland.
UTC is de afkorting van Universal Time Coordinated, de internationale
wetenschappelijke tijdstandaard gebaseerd op nauwkeurig onderhouden
atoomklokken die de tijd tot op de microseconde nauwkeurig bijhouden.
Schrikkelseconden worden indien nodig toegevoegd of afgetrokken om de UTC-
tijd gesynchroniseerd met de rotatie van de aarde te houden.
Het maaninterval is de verstreken tijd tussen de verplaatsing van de maan over
een meridiaan en het volgende hoge getij op die meridiaan. Zie "Maaninterval"
voor meer informatie.
Dit horloge toont de maanintervallen in uren en minuten.
De "Woonplaats/maaninterval gegevenslijst" verschaft informatie over het
UTC-verschil, de geografische lengte en het maaninterval over de gehele wereld.
De volgende fabrieksinstellingen voor de woonplaatsgegevens (Tokyo, Japan) zijn
van toepassing als u het horloge net heeft aangeschaft en als u de batterij laat
vervangen. Verander deze instellingen zodanig dat ze overeenkomen met het
gebied waar u het horloge normaliter gebruikt.
UTC-verschil (+9.0); Geografische lengte (oost 140 graden);
Maaninterval (5 uur en 20 minuten)
Woonplaatsgegevens instellen
1. Houd in de tijdfunctie ingedrukt totdat de
secondecijfers beginnen te knipperen, wat aangeeft
dat het instelscherm geselecteerd is.
2. Druk nogmaals op om het UTC-verschil
instelscherm te tonen.
3.
Druk op om het knipperen in de hieronder volgorde
te verplaatsen om andere instellingen te selecteren.
Tijdfunctie Maan/getij-
gegevensfunctie Stopwatchfunctie Timerfunctie Alarmfunctie Tweede-tijdfunctie Wijzers-
instelfunctie
Druk op .
Getijgrafiek
Weekdag
Maand - Dag
Maanfase-indicator
Uren : Minuten
Seconden
PM-indicator
Seconden DST Uren Minuten
Dag Maand Jaar
Scherm
DST
Om dit te doen:
Stel de seconden op in
Wissel tussen zomertijd ( ) en
standaardtijd ( )
Verander de uren of minuten
Verander het jaar
Verander de maand of dag
Doe dit:
Druk op .
Druk op .
Gebruik knoppen  (+)
en  (-).
DST-indicator
Aan/Uit-status
UTC-
verschil Geografische
lengte Oosterlengte /
Westerlengte
Maanstatus
uren
Maanstatus
minuten
UTC-verschil
Gebruiksaanwijzing 3796
2
4. Als de instelling die u wilt wijzigen knippert, gebruik dan en om deze zoals
hieronder beschreven te wijzigen.
Als de zomertijdinstelling van de digitale tijd ingeschakeld is, kan het
UTC-verschil worden ingesteld tussen – 11,0 en + 15,0 in stappen van 0,5 uur.
5. Druk op om het instelscherm te verlaten.
Tussen 12-uur en 24-uur tijdweergave wisselen
Druk in de tijdfunctie op om tussen 12-uur en 24-uur tijdweergave te wisselen.
Bij 12-uur weergave verschijnt de P(PM) indicator links van de uurcijfers bij tijden
in het bereik van 12 uur ’s middags tot en met 11:59 uur s avonds. Bij tijden in het
bereik van 12 uur middernacht tot en met 11:59 uur ’s ochtends verschijnt de
A(AM) indicator links van de uurcijfers.
Bij 24-uur weergave wordt de tijd getoond in het bereik van 0:00 tot en met 23:59,
zonder indicator.
De 12-uur/24-uur weergave die u in de tijdfunctie selecteert, wordt in alle functies
toegepast.
De Aen Pindicatoren verschijnen niet bij de in de timer- en tweede-tijdfunctie
getoonde tijdfunctietijd.
De analoge tijd instellen
Voer de hieronder beschreven bediening uit als de door de analoge wijzers aangege-
ven tijd niet overeenkomt met de digitale tijd.
De analoge tijd aanpassen
1. Druk in de tijdfunctie zes keer op om de
wijzers-instelfunctie te selecteren.
2. Houd ingedrukt totdat de huidige digitale tijd
begint te knipperen, wat aangeeft dat de analoge
instelfunctie geselecteerd is.
3. Druk op om de analoge tijd versneld 20
seconden vooruit te verplaatsen.
Als u ingedrukt houdt, wijzigt de analoge tijd versneld vooruit.
Als u de analoge tijd substantieel wilt aanpassen, houd dan ingedrukt totdat
de tijd versneld vooruit begint te verplaatsen, en druk vervolgens op .
Hierdoor wordt de versnelde verplaatsing van de wijzers vergrendeld totdat u
een willekeurige knop indrukt. Als de tijd 12 uur vooruit verplaatst is of een alarm
(multi-functie-alarm, uursignaal of timersignaal) klinkt, stopt de verplaatsing ook.
4. Druk op om de instelfunctie te verlaten.
Het horloge zal automatisch de minutenwijzer aanpassen aan de interne
secondetelling als u de instelfunctie verlaat.
Druk op om terug te keren naar de tijdfunctie.
Maan/getij-gegevens
In de maan/getij-gegevensfunctie kunt u de maanstatus
en maanfase voor een specifieke datum, evenals getij-
bewegingen voor een specifieke datum en tijd voor uw
woonplaats kunt bekijken.
Als u om bepaalde redenen veronderstelt dat de
maan/getij-gegevens niet juist zijn, controleer dan
tijdfunctiegegevens (tijd, datum en woonplaats) en
maak de benodigde wijzigingen.
Zie "Maanfase-indicator" voor informatie over de
maanfase-indicator en "Getijgrafiek" voor informatie
over de getijgrafiek.
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd
in de maan/getij-gegevensfunctie die u selecteert
door op te drukken.
De maan/getij-gegevens bekijken
Druk in de maan/getij-gegevensfunctie op om tussen het getijgegevens- en
maangegevensscherm te wisselen.
Op de getijgrafiek wordt het getij voor de op dat moment getoonde tijd getoond.
Op het initiΓ«le getijgegevensscherm wordt het getij om 6 uur ’s ochtends
aangegeven. Op het maangegevensscherm worden de maanstatus en maanfase
voor de huidige datum getoond.
Druk wanneer het getijgegevensscherm getoond wordt op om naar het
volgende uur te gaan.
Druk op wanneer het maangegevensscherm getoond wordt om naar de
volgende dag te gaan.
U kunt ook voor een specifieke datum (jaar, maand, dag) de getij- en
maangegevens bekijken. Zie "Een datum specificeren" voor meer informatie.
Als u de maan/getij-gegevensfunctie selecteert, verschijnt eerst het scherm
(getij- of maangegevens) dat getoond werd terwijl u de functie de laatste keer verliet.
Een datum specificeren
1. Houd in de maan/getij-gegevensfunctie 
ingedrukt totdat de jaarinstelling begint te knipperen,
wat aangeeft dat het instelscherm geselecteerd is.
2. Druk op om het knipperen in de hieronder
getoonde volgorde te verplaatsen om andere
instellingen te selecteren.
3. Gebruik terwijl een instelling knippert (+) en (-) om deze te wijzigen.
U kunt een datum instellen tussen 1 januari 2000 en 31 december 2099.
4. Druk op om het instelscherm te verlaten.
5. Gebruik om het getij- of maangegevensscherm te laten verschijnen.
Stopwatch
De stopwatch maakt het mogelijk verstreken tijd,
tussentijden en twee finishtijden te meten.
Het bereik van de stopwatch is 23 uur, 59 minuten
en 59,99 seconden.
De stopwatch loopt door, opnieuw startend vanaf 0,
nadat deze zijn limiet heeft bereikt, tenzij u de
stopwatch stopt.
De stopwatchmeting loopt door, zelfs als u de
stopwatchfunctie verlaat.
Als u de stopwatchfunctie verlaat terwijl een
tussentijd op het display bevroren is, wordt de
tussentijd gewist en gaat u terug naar de
vertreken-tijdmeting.
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd
in de stopwatchfunctie, die u selecteert door op 
te drukken.
Timer
De timer kan worden ingesteld in een bereik van 1
minuut tot en met 24 uur. Een alarm klinkt als de
timer 0 bereikt.
U kunt ook automatische herhaling selecteren waar
na de timer automatisch opnieuw vanaf de
ingestelde waarde begint als 0 bereikt wordt.

Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in
de timerfunctie, die u selecteert door op te drukken.
De timer gebruiken
Druk in de timerfunctie op om de aftelling te starten.
Als het einde van de aftelling bereikt is en automatische herhaling is ingeschakeld,
klinkt het alarm gedurende 10 seconden of totdat u dit stopt door op een
willekeurige knop te drukken. De aftelling wordt automatisch opnieuw op de
startwaarde ingesteld als het alarm stopt.
Als automatische herhaling is ingeschakeld, herstart de aftelling automatisch
zonder onderbreking als 0 bereikt wordt. Het alarm klinkt om aan te geven dat de
aftelling 0 bereikt heeft.
De aftelling loopt door, zelfs als u de timerfunctie verlaat.
Druk tijdens een aftelling op om deze te pauzeren. Druk nogmaals op om
de aftelling te hervatten.
Om een aftelling volledig te stoppen, pauzeer deze dan eerst (door op te
drukken) en druk vervolgens op . Hierdoor gaat de afteltijd automatisch terug
naar de startwaarde.
De timer instellen
1. Houd als de starttijd in de timerfunctie op het
display getoond wordt ingedrukt totdat de
uurinstelling van de starttijd begint te knipperen, wat
aangeeft dat het instelscherm geselecteerd is.
Als de starttijd niet getoond wordt, gebruik de
bediening bij "De timer gebruiken" om deze te
laten verschijnen.
2. Druk op om de het knipperen in de hieronder
getoonde volgorde te verplaatsen om andere
instellingen te selecteren.
3. Als de instelling knippert, gebruik en om deze als hieronder beschreven te
wijzigen.
4. Druk op om het instelscherm te verlaten.
De automatische-herhaling-aan-indicator ( ) wordt op het aftelscherm getoon
als deze functie is ingeschakeld.
Veelvuldig gebruik van automatische herhaling verkort de levensduur van de
batterij.
SchermInstelling
UTC-verschil
Geografische
lengte
Oosterlengte/
Westerlengte
Maanstatus
Uren, minuten
Knopbediening
Gebruik (+) en (-) om de instelling te wijzigen.
U kunt een waarde in het bereik van – 12,0 tot en met
+ 14,0 in stappen van 0,5 uur instellen.
Gebruik (+) en (-) om de instelling te wijzigen.
U kunt een waarde in het bereik van 0ΒΊ tot en met 180ΒΊ
in stappen van 1 graad instellen.
Gebruik om tussen oostelijke geografische (EE) en westelijke
geografische lengte (WW) te wisselen.
Gebruik (+) en (-) om de instelling te wijzigen.
Getij-gegevensscherm
Jaar Maand - Dag
Getijgrafiek
Maanfase-indicator
Tijd
Getij-gegevensscherm Maangegevensscherm
Druk op .
Getijgrafiek
Tijd
MaanstatusJaar Maand - DagJaar Maand - Dag
Maanfase-indicator
Jaar
Maand - Dag
Jaar Maand Dag
Seconden
Uren
Minuten
1/100 seconde
Verstreken tijd
Start Stop Herstart Stop Wissen
Start
Tussentijd
(SPL
getoond
)
Loslaten tussentijd
Stop Wissen
Tussentijd
Twee finishtijden
Start Tussentijd Stop
Loslaten tussentijd
Wissen
Tweede renner
finisht.
Tijd tweede
renner op display.
Eerste renner
finisht.
Tijd eerste
renner op display.
Tijdfunctie-tijd
Seconden
Uren
Minuten
Automatisch herhalen
Minuten
Uren
Scherm Doe dit:Om dit te doen:
Verander de uren of minuten
Wissel tussen automatische herhaling
aan ( ) en uit ( )
Druk op .
Gebruik knoppen  (+) en  (-).
Gebruiksaanwijzing 3796
3
Alarmen
U kunt voor drie onafhankelijke multi-functie-alarmen het uur, de minuten, maand en
dag instellen. Als een alarm is ingeschakeld, klinkt het alarm als de alarmtijd bereikt
is. Een van de alarmen kan worden ingesteld als een wekalarm of een eenmalig
alarm terwijl de andere twee eenmalige alarmen zijn. U kunt ook een uursignaal
inschakelen waarna het horloge elk heel uur twee keer een signaal geeft.
Er zijn drie alarmschermen genummerd 11tot en met 33. U kunt alarm 11als
wekalarm of eenmalig alarm instellen. Alarmen 22en 33kunnen uitsluitend als
eenmalige alarmen gebruikt worden.
Alle bedieningen in deze sectie worden uitgevoerd in de alarmfunctie, die u
selecteert door op te drukken.
Alarmtypes
Het alarmtype wordt bepaald door de door u gemaakte instellingen, zoals hieronder
beschreven.
Dagelijks alarm
Stel uur en minuten van de alarmtijd in. Met deze instelling klinkt het alarm elke dag
op de door u ingestelde tijd.
Datumalarm
Stel maand, dag, uur en minuten van de alarmtijd in. Met deze instelling klinkt het
alarm op de door u ingestelde datum op de ingestelde tijd.
1-Maand-alarm
Stel maand, uur en minuten van de alarmtijd in. Met deze instelling klinkt het alarm
elke dag op de door u ingestelde tijd, uitsluitend in de ingestelde maand.
Maandelijks alarm
Stel dag, uur en minuten van de alarmtijd in. Met deze instelling klinkt het alarm elke
maand op de ingestelde dag op de door u ingestelde tijd.
Een alarmtijd instellen
1. Gebruik in de alarmfunctie om door de alarm
schermen te bladeren totdat het alarm waarvan u de
tijd wilt instellen getoond wordt.
Laat het scherm van alarm 2 of 3 verschijnen om
een eenmalig alarm in te stellen en scherm 1 om
het wekalarm in te stellen.
2. Houd nadat u een alarm geselecteerd heeft inge
drukt totdat de uurcijfers van de alarmtijd beginnen
te knipperen, wat aangeeft dat het instelscherm
geselecteerd is.
Door deze bediening wordt het alarm
automatisch ingeschakeld.
3. Druk op om het knipperen in de hieronder
getoonde volgorde te verplaatsen om andere
instellingen te selecteren.
4. Gebruik terwijl een instelling knippert (+) en (-) om deze te wijzigen.
Stel β€˜--β€˜ in voor de maand om een alarm zonder een maand (dagelijks of
maandelijks alarm) in te stellen. Gebruik terwijl de maandinstelling knippert 
en totdat β€˜--β€˜ verschijnt (tussen 12 en 1).
Stel β€˜-- --β€˜ in voor de dag om een alarm zonder een dag (dagelijks of 1-maand
alarm) in te stellen. Gebruik terwijl de daginstelling knippert en totdat
β€˜-- --β€˜ verschijnt (tussen de laatste dag van de maand en 1).
Als u de alarmtijd instelt met gebruikmaking van 12-uur weergave, let er dan
op dat u de tijd correct als ochtendtijd (Aindicator) of middag/avondtijd
(Pindicator) instelt.
5. Druk op om het instelscherm te verlaten.
Alarmbediening
Het alarm klinkt op de ingestelde tijd gedurende ongeveer 10 seconden, ongeacht in
welke functie het horloge is. In het geval van een wekalarm wordt de alarmoperatie
elke vijf minuten, in totaal zeven keer, uitgevoerd, totdat u het alarm uitschakelt of
wijzigt in een eenmalig alarm.
Door op een willekeurige knop te drukken stopt het alarm.
Door een van de volgende bedieningen uit te voeren gedurende een
5-minuten-interval tussen wekalarmen stopt de huidige wekalarmoperatie.
Het tijdfunctie-instelscherm tonen.
Het alarm-1-instelscherm tonen.
Het alarm testen
Houd in de alarmfunctie ingedrukt om het alarm te laten klinken.
Alarmen
22
en
33
en het uursignaal in- en uitschakelen
1. Gebruik in de alarmfunctie om een eenmalig
alarm (alarmnummer 22of 33) of het uursignaal (::0000)
te selecteren.
2. Druk op om het alarm in of uit te schakelen.
Door een eenmalig alarm (22of 33) in te schakelen,
wordt de alarm-aan-indicator op het scherm getoond.
Als het uursignaal is ingeschakeld, wordt de
uursignaal-aan-indicator getoond.
De alarm-aan-indicator (ALM) en de uursignaal-aan-
indicator (SIG) worden in alle functies getoond.
De werking van alarm 1 selecteren
1. Gebruik in de alarmfunctie om alarm 1 te selecteren.
2. Druk op om in de hieronder getoonde volgorde door de beschikbare
instellingen te bladeren.
De van toepassing zijnde alarm-aan-indicator (SNZ ALM) wordt in alle functies
getoond als een alarm is ingeschakeld.
De SNZ indicator knippert gedurende de 5-minuten-intervallen tussen de alarmen.
Als u het alarm-1-instelscherm toont terwijl het wekalarm is ingeschakeld, wordt
het wekalarm automatisch uitgeschakeld (waardoor alarm 1 een eenmalig alarm
wordt).
Tweede tijd
De tweede tijd maakt het mogelijk dat u de tijd in een andere tijdzone volgt. U kunt
standaardtijd of zomertijd voor de tweede tijd selecteren.
De secondetelling in de tweede-tijdfunctie is gesynchroniseerd met de
secondetelling in de tijdfunctie.
De tweede tijd instellen
1. Druk op om de tweede-tijdfunctie te selecteren.
2. Houd in de tweede-tijdfunctie ingedrukt totdat
DST begint te knipperen, wat aangeeft dat het
instelscherm geselecteerd is.
3. Druk op om het knipperen in de hieronder
getoonde volgorde te verplaatsen om andere
instellingen te selecteren.
4. Gebruik en als de instelling die u wilt wijzigen knippert om deze zoals hier
onder beschreven te wijzigen.
5. Druk op om het instelscherm te verlaten.
De DST indicator in de tweede-tijdfunctie geeft aan dat DST ingeschakeld is voor
de tweede-tijdfunctie-tijd.
Verlichting
Het display van het horloge wordt verlicht door twee
LED’s en een verlichtingspaneel voor een gemakkelijke
aflezing in het donker.
Zie "Verlichting voorzorgsmaatregelen" voor meer
belangrijke informatie.
De verlichting inschakelen
Druk in een willekeurige functie (behalve als een
instelscherm op het display is) op om het display te
verlichten.

U kunt de hieronder beschreven bediening gebruiken
om een verlichtingsduur van 1,5 of 3 seconden te
selecteren. Als u op

drukt, blijft de verlichting
gedurende 1,5 of 3 seconden ingeschakeld,
afhankelijk van de instelling van de verlichtingsduur
op dat moment.
De verlichtingsduur specificeren
1. Houd in de tijdfunctie ingedrukt totdat de
secondecijfers beginnen te knipperen, wat aangeeft
dat het instelscherm geselecteerd is.
2. Druk op als de seconden knipperen, om tussen
een verlichtingsduur van 1,5 seconden (--) en 3
seconden ( ) te wisselen.
3.
Druk twee keer op om het instelscherm te verlaten.
Referentie
Deze sectie bevat meer gedetailleerde en technische informatie over de werking van
het horloge. Tevens bevat deze sectie belangrijke voorzorgsmaatregelen en noten
over de verschillende kenmerken en functies van dit horloge.
Maanfase indicator
De maanfase-indicator van dit horloge geeft de huidige fase van de maan aan zoals
hieronder getoond.
De maanfase-indicator toont de maan zoals bekeken om 12 uur ’s middags vanuit
een positie op het noordelijk halfrond naar het zuiden kijkend. Let erop dat op
bepaalde tijden in uw gebied het beeld zoals getoond door de maanfase-indicator
van de daadwerkelijke maan kan verschillen.
De links-rechts ontwikkeling van de maanfase is tegenovergesteld als u de maan
op het zuidelijk halfrond of dichtbij de evenaar bekijkt.
Maanfase en maanstatus
De maan beweegt met een gemiddelde cyclus van 29,53 dagen. Gedurende elke
cyclus wast de maan en neemt deze af als de relatieve positie van de aarde, maan
en zon wijzigt. Hoe groter de hoekafstand tussen de maan en de zon, * hoe meer we
verlicht zien.
*De hoek naar de maan in relatie tot de richting waarbij de zon vanaf de
aarde zichtbaar is.
Dit horloge voert een grove berekening uit van de huidige maanstatus beginnend
vanaf dag 0 van de maanstatuscyclus. Aangezien dit horloge berekeningen uitvoert
op basis van hele getallen (geen fracties), is de foutmarge van de getoonde maan-
status Β± 1 dag.
Uren Minuten Maand Dag
Alarm-aan-indicator
Uursignaal-aan-indicator
Alarm
aan
Alarm uit
Wekalarm
aan
Tweede tijd
(Uren : Minuten)
Tijdfunctie-tijd
DST-indicator
DST Uren Minuten
Scherm
DST
A
Om dit te doen:
Wissel tussen zomertijd ( ) en
standaardtijd ( )
Verander de uren of minuten
Doe dit:
Druk op .
Gebruik knoppen  (+) en  (-).
Maanfase-
indicator
Maanstatus 0.0 - 1.8
27.7 - 29.5
Nieuwe
maan
Eerste
kwartier
(Wassen)
Volle
maan
Laatste
kwartier
(Afname)
1.9 - 5.5 5.6 - 9.2 9.3 - 12.9 13.0 - 16.6 16.7 - 20.2 20.3 - 23.9 24.0 - 27.6
Maanfase
Maanfase (zichtbare gedeelte)(Niet zichtbare gedeelte)


Product specificaties

Merk: Casio
Categorie: Horloge
Model: 3796

Heb je hulp nodig?

Als je hulp nodig hebt met Casio 3796 stel dan hieronder een vraag en andere gebruikers zullen je antwoorden




Handleiding Horloge Casio

Handleiding Horloge

Nieuwste handleidingen voor Horloge