Optex OA-Presence T Handleiding

Optex Deur-/raamsensor OA-Presence T

Lees hieronder de đź“– handleiding in het Nederlandse voor Optex OA-Presence T (2 pagina's) in de categorie Deur-/raamsensor. Deze handleiding was nuttig voor 34 personen en werd door 2 gebruikers gemiddeld met 4.5 sterren beoordeeld

Pagina 1/2
Lipje
H: Hoogte vanaf de vloer tot de onderkant van de afdekkap
Y: Afstand tussen de onderkant van de afdekkap en de sensor
X: Afstand tussen de deur en het montageoppervlak
(De bevestigingshoogte is “H + Y”)
X
H
Y
Sensor
Deur
Afdekkap
Vloer
Maximale montageafstand (Y)
BUITENAFMETINGEN EN BENAMING VAN DE ONDERDELEN
MOUNTING TEMPLATE
[mm (feet,inch)]
.
1
2
3
4
VOORZICHTIG
Gevaar op foutieve detectie.
WAARSCHUWING
Gevaar voor elektrische schok.
INSTALLATIE
WAARSCHUWING
Gevaar voor elektrische schok.
A
Verbind de kabel met de deuraandrijving zoals hieronder is aangegeven.
Aansluitspanning
12 tot 24 V AC ±10%
12 tot 30 V DC ±10%
Veiligheid/Testuitgang
Opto-stekker (NPN)
Voltage: 5 tot 50 V DC
Testingang
Opto-stekker
Voltage: 5 tot 30 V DC
1. Rood
2. Groen
3. Blauw
4. Wit
5. Bruin
6. Oranje
De volgende plaatsen zijn niet geschikt voor de installatie van de sensor.
-Plaatsen met rook of uitlaatgassen rondom de deur.
-Plaatsen met natte vloeren.
-Op een trillende afdekkap of ander montageoppervlak.
-Plaatsen met bewegende voorwerpen of een verwarming in het detectiegebied.
-Plaatsen met een sterk reflecterende vloer of sterk reflecterende voorwerpen rondom de deur.
1. Bevestig het montagesjabloon op de gewenste montageplaats.
(Als het detectieveld dicht bij de deur wordt ge?nstalleerd, monteer de sensor dan zoals omschreven in het
schema hieronder.)
2. Boor twee montagegaten van ø3,4 mm (ø1/8”).
3. Boor een gat van ø8 mm (ø5/16”) om de kabel door de afdekkap te halen.
4. Verwijder het montagesjabloon.
Zorg dat u het montagesjabloon bevestigt zoals in de bovenstaande tabel is
aangegeven, anders kan er een gevaarlijke situatie ontstaan omdat er geen
detectie plaatsvindt in het gebied rondom de drempel. Monteer de sensor zo laag
mogelijk op de afdekkap.
Controleer of de stroom is uitgeschakeld voordat u met de werkzaamheden
begint.
Wanneer u de kabel door het gat steekt, moet u erop letten dat u de
afscherming niet beschadigt, want anders bestaat er kans op een elektrische
schok of een defect van de sensor.
Gebruik de sensor niet zonder het deksel.
Monteer de sensor binnenshuis of gebruik de regenkap (los verkrijgbaar)
wanneer u het lipje verwijdert, anders bestaat er kans op een elektrische
schok of kan de sensor defect raken.
Om het deksel van de behuizing te verwijderen
wanneer de sensor op de afdekkap is gemonteerd,
steekt u een schroevendraaier in de twee
inkepingen in het bovenste gedeelte van de sensor.
Zorg dat de kabel juist op de deuraandrijving is aangesloten voordat u de stroom inschakelt.
Om de aanwezigheidsdetectie te activeren, mag u gedurende 10 seconden na het inschakelen van de
stroom het detectiegebied niet betreden.
Raak de dipswitches niet aan voordat u de stroom inschakelt, anders kan er een fout optreden.
Raadpleeg wanneer u de instellingen van de dipswitches INSTELLINGEN 3 Dipswitch-instellingen
verandert.
Breng het deksel van de behuizing aan.
Als de bedrading bereikbaar moet zijn, verwijdert
u het lipje.
OPMERKING
5. Haak A los om het deksel van de behuizing te verwijderen zoals hieronder is aangegeven.
6. Bevestig de sensor met twee montageschroeven op het montageoppervlak.
Naar de connector van
de sensor
1. Sluit de connector van de sensor aan.
2. Open het dekseltje.
3. Schakel de stroomvoorziening van de sensor in. Stel het detectiegebied en de dipswitches in. (Zie
INSTELLINGEN)
4. Sluit het dekseltje.
OPMERKING
OPMERKING
(1) Connector
(2) Montagegaten
(3) Dekseltje
(4) Schroef van dekseltje
(5) LED-indicatie
(6) Detectievenster
(7) Dipswitches
(8) Dieptehoek-instelschroef
(9) Dieptehoek-indicator
(10) Functietoets
64(2 1/2")
245(9 5/8")
36(1 7/16") 43(1 11/16")
125(4 15/16")
38(1 1/2")
9(3/8")
[mm(inch)]
(1) (2)
(3) (4) (5) (6)
(7) (8) (9) (10)
1 43 52 6 98 107
ON
Wanneer het dekseltje open is.
(2) (2)
OPMERKING
3.000 (9'10")
0
0
0
0
0
0
X 2.000 (6' 6") 2.200 (7' 2") 2.500 (8' 2") 2.930 (9' 9")
0 Geen limiet
50 (1 15/16") 50 (1 15/16”) 55 (2 3/16”) 70 (2 3/4”)
100 (3 15/16") 35 (1 3/8”) 40 (1 9/16”) 45 (1 3/4”) 55 (2 3/16”)
150 (5 7/8") 25 (1”) 30 (1 3/16”) 35 (1 3/8”) 40 (1 9/16”)
200 (7 7/8") 15 (9/16”) 20 (13/16”) 25 (1”) 35 (1 3/8”)
250 (9 13/16") 15 (9/16”) 20 (13/16”) 25 (1”)
300 (11 13/16") - 15 (9/16”)
H
45 (1 3/4")
-
- -
Vertaling
OA-PRESENCE T
NEDERLANDS
Raadpleeg de installatiehandleiding indien dit symbool op het product staat afgebeeld.
5914653 MAR 2013
MEDEDELING VAN DE FABRIKANT
WAARSCHUWING Probeer de sensor niet te wassen, te demonteren, om te bouwen of zelf te
repareren, want dit kan resulteren in een elektrische schok of defect van de
sensor.
Gevaar voor elektrische schok.
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
OPMERKING
Het negeren van deze informatie kan resulteren in een verkeerde werking met ernstig of
fataal letsel tot gevolg.
Besteed bijzondere aandacht aan de informatie die hier wordt gegeven.
Het negeren van deze informatie kan resulteren in een verkeerde werking met letsel of
materiële schade tot gevolg.
Lees deze installatiehandleiding voor gebruik zorgvuldig door zodat een juiste werking van de sensor wordt verkregen.
Als u de installatiehandleiding niet leest, kan de sensor verkeerd gebruikt worden wat kan resulteren in ernstig of fataal
letsel. De betekenis van de gebruikte symbolen wordt hieronder beschreven. Lees eerst dit zorgvuldig en daarna de rest
van de installatiehandleiding.
1.Deze sensor is een contactloze schakelaar bedoeld voor montage op de afdekkap of de muur van een
automatische deur. Gebruik de sensor niet voor andere doeleinden. De sensor mag niet voor industriële deuren of
luiken worden gebruikt, want een juiste werking en de vereiste veiligheid kunnen in dat geval niet worden
gegarandeerd.
2.Let er bij het instellen van het detectiegebied op dat er geen personen in de buurt van de installatieplaats zijn.
3.Controleer de aansluitingen voordat u de stroom inschakelt om beschadiging of een foutieve werking te
voorkomen van de apparatuur die op deze sensor is aangesloten.
4.Gebruik deze sensor alleen op de wijze beschreven in de installatiehandleiding.
5.Monteer deze sensor overeenkomstig de geldende wetgeving en voorschriften in het land waarin de sensor wordt
geĂŻnstalleerd.
6.Voordat u de werkplek verlaat, moet u controleren of de sensor juist werkt en dient u de eigenaar/conciërge van
het gebouw uitleg te geven over de werking van de deur en de sensor.
7.De sensorinstellingen mogen alleen door een installateur of servicemonteur worden veranderd die van de
werkwijze op de hoogte is. Wanneer de instellingen worden veranderd, moeten de nieuwe instellingen en de
datum waarop de instellingen zijn gemaakt in het logboek van de deur worden geschreven.
TM-0036-6
Standby
Groen
Verkeerde instelling van de dipswitches
Rood & Groen knipperen
Signaalverzadiging Langzaam groen knipperen
Sensor mislukking Snel groen knipperen
Detectie Rood
Status LED indicate kleur
LED-indicatie
Wijzigingen in technische gegevens op grond van verbeteringen voorbehouden, zonder voorafgaande
kennisgeving.
OPMERKING
Model
Kleur van de behuizing
Montagehoogte
Detectiegebied
Detectiemethode
Dieptehoekinstelling
Aansluitspanning (*)
Opgenomen vermogen
LED-indicatie
Veiligheid/Testuitgang
: OA-PRESENCE T
: Zwart/zilver
: 2 tot 3 meter (6'7" tot 9'10") hoog
: Zie INSTELLINGEN
: Actieve infraroodweerkaatsing
: -5 tot 5°
: 12 tot 24 V AC (±10%)
12 tot 30 V DC (±10%)
: < 2W (< 3VA AC) bij
: Zie hieronder grafiek
: Opto-stekker (NPN)
Voltage / 5 tot 50 V DC
Stroomsterkte / 100 mA max.
Donkerstroom / 600na max.
(weerstandsbelasting)
: Opto-stekker
Voltage / 5 tot 30 V DC
Stroomverbruik / 6 mA max.(30 V DC)
: Ca. 0,5 sec.
: <70dBA
: <0,3 sec.
:
: <80%
: IP54
2 (EN ISO13849-1 : 2008)
: 260 gram
: 1 installatiehandleiding
2 montageschroeven
1 montagesjabloon
1 kabel, 3 meter (9'10")
(6 × 0,14mm² AWG26 /
Overstroom beveiliging met minder dan 2 A.)
SPECIFICATIES
-20 tot +55°C
:
d (EN ISO13849-1 : 2008):
*Bij gebruik van deze sensor moet de sensor worden aangesloten op een deursysteem dat een SELV-circuit
heeft.
Testingang
Uitgangsvertraging
Reactietijd
Bedrijfstemperatuur
Bedrijfsvochtigheid
Beschermingsniveau
Categorie
Gewicht
Accessoires
Geluidsniveau
Prestatie niveau
TestingangssignaalDetectie
* t2 =Vertragingstijd van
testingangssignaal
(10msec.)
t1(>t2)
t2 t2
Controleer de aansluitingen en de connector.
Draadbreuk of foutieve aansluitingen. Controleer de aansluitingen en de connector.
Instelling van linker detectiegebiedbreedte
Instelling van rechter detectiegebiedbreedte
Montageoppervlak
3-1. Instellen van de gevoeligheid
3-2. Instellen van de aanwezigheidsdetectietimer
3-3. Instellen van de detectiegebiedbreedte
3-4. Instellen van de frequentie
Testcondities voorgeschreven door
EN 16005
Vloer: Grey paper
Detectie-object :
EN16005 CA test-object
Sensorinstelling
Detectiegebiedhoek : 0°
Gevoeligheid : "Middle"
Detectiegebiedbreedte : 8 punten
Testcondities
Snelheid van detectie-object :
50 mm/sec.
0
500
500
Montageoppervlak
: Detectiegebied : Stralingsgebied
0 500 1.000-500-1.000-1.500 1.500
0
500
500
0 500 1.000-500-1.000-1.500 1.500
Montagehoogte: 2000 (6' 6")
01,0 1,02,0 2,0
2,8
2,0
2,2
2,4
2,6
3,0
Montagehoogte [mm (feet, inch)]
2.000 (6' 6") 2.200 (7' 2") 2.500 (8' 2") 3.000 (9' 10") Voorbeeld
Toestand
van de vloer
Weinig reflectie Middle Middle High S-High -Vloerbedekking
-
Donker gekleurde vloer
Middelmatige reflectie
Low Middle Middle -Beton
Hoge reflectie Low Low Middle High -Tegels
-Marmer
Instellen van de dieptehoek van het detectiegebied
Instellen van het detectiegebied overeenkomstig de testcondities voorgeschreven door EN 16005
Montagehoogte: 2200 (7' 2")
: Sensor
2,0
2,2
2,4
2,6
2,8
3,0
Deep Shallow
S-High
[mm (feet,inch)]
[m]
[m]
[m]
[m]
Dipswitches
Functietoets
Operation Mode
Setting Mode
21 2121 21
Low S-HighHighMiddle
43 43
43 43
30sec. 180sec.60sec.
65 65 6565
Dipswitches
Geëlimineerd Geëlimineerd Geëlimineerd
87 87 8787
99
Setting2Setting1
0,5 -0,5 0,5 -0,5 0,5 -0,5
WAARSCHUWING
1
2
3
INSTELLINGEN
2,0
2,2
2,4
2,6
2,8
3,0
2,0
2,2
2,4
2,6
2,8
3,0
Dipswitch instellingen
123 4 5 678
1 1 2 1 2 3
8 7 8 6 7 8
INFORMEER DE EIGENAAR/CONCIERGE VAN HET GEBOUW OVER DE VOLGENDE PUNTEN
Testingangssignaal
(vanaf deuraandrijving)
Veiligheid/testuitgangssignaal
(naar deuraandrijving)
High
< Timingtabel voor testingangssignaal en veiligheid/testuitgangssignaal >
3-5. Instellen van het testingangssignaal
Stel dipswitch 10 in overeenkomstig het testingangssignaal van de deuraandrijving.
1010
LowHigh
Low
Verwijder de voorwerpen.
Gevoeligheid is te hoog. Stel de gevoeligheid lager in(*).
Natte vloer.
Verwijder de voorwerpen.
Zet het detectiegebied op "Deep" (buiten).
Probleem LED-
indicatie Mogelijke oorzaak Maatregelen
Geen Stel in op de voorgeschreven spanning.Aansluitspanning.
Draadbreuk of foutieve aansluitingen.
Verkeerde instelling van het detectiegebied.
Gevoeligheid is te laag.
Aanwezigheidsdetectietijd is te kort.
Sensor mislukking
Signaalverzadiging.
Vuil detectievenster.
Gevoeligheid is te laag. Stel de gevoeligheid hoger in(*).
Onstabiel Trillen van de afdekkap. Stel de gevoeligheid lager in.
Er valt water op het detectievenster.
Rood
Controleer de aansluitingen en de connector.
Zie (*).INSTELLINGEN 1, 2 & 3
Stel de gevoeligheid hoger in(*).
Stel een langere aanwezigheidsdetectietijd in(*).
Neem contact op met uw installateur of servicemonteur.
Zie (*).INSTELLINGEN 3-4
STORINGEN VERHELPEN
Onstabiel
Normaal
Normaal
Verkeerde instelling van de dipswitches. Zie (*).INSTELLINGEN 3-5
Vuil detectievenster.
Verkeerde instelling van de functietoets. Zet op "Operation Mode".
1 43 52 6 98 107
ON
Infrared finder
Detectiegebied
Detectiegebied
Instellen van de diepte van het detectiegebied met de Infrared finder (los verkrijgbaar)
REFERENTIE
Het feitelijke detectiegebied kan kleiner zijn afhankelijk van het omgevingslicht, de kleur/materiaal van het
object of de vloer, en ook de binnenkomende snelheid van het object.
De sensor wordt soms niet geactiveerd wanneer de binnenkomende snelheid van een object of persoon
langzamer is dan 50 mm/sec. of sneller dan 1500 mm/sec.
Zorg dat het detectiegebied de deur/afdekkap niet overlapt, anders kan er storing/signaalverzadiging optreden.
Plaats geen sterk reflecterende voorwerpen in het detectiegebied, anders kan er signaalverzadiging optreden.
Wanneer de bovenstaande aanwijzingen (1-3) niet worden
opgevolgd, treedt er een fout op (Rood & groen knipperen).
De sensor mag alleen in de "Operation Mode" worden gebruikt.
De sensor werkt niet goed in de "Setting Mode".
Gewoonlijk moet “Middle” worden ingesteld. Bij “Low” is de gevoeligheid lager en bij
"High / S-High'' is de gevoeligheid hoger. Raadpleeg de onderstaande tabel voor de
meest geschikte instelling overeenkomstig de installatieomstandigheden.
Er kan gekozen worden uit 4 instellingen voor de aanwezigheidsdetectietimer. Om te
voldoen aan EN 16005 moet u de timer op "30sec." of langer instellen.
Ga zorgvuldig te werk bij het maken van de instelling wanneer de deur vaak door ouderen of kinderen wordt gebruikt.
Stel de gevoeligheid en de aanwezigheidsdetectie in overeenkomstig uw eigen risicobeoordeling.
Om de aanwezigheidsdetectie te activeren, mag u gedurende 10 seconden na het instellen van de timer het
detectiegebied niet betreden.
De linker en rechter detectiegebiedbreedte kan worden ingesteld door de dipswitches 5, 6, 7 en 8 te combineren.
Zie de onderstaande tabel en selecteer de dipswitches 5 en 6 voor de instelling van de linker detectiegebiedbreedte
en de dipswitches 7 en 8 voor de rechter detectiegebiedbreedte.
Wanneer u meer dan twee sensoren dicht bij elkaar gebruikt, kiest u voor elk daarvan een
verschillende frequentie-instelling met dipswitch 9.
Het feitelijke detectiegebied kan kleiner zijn afhankelijk van het omgevingslicht, de kleur/materiaal van het
object of de vloer, en ook de binnenkomende snelheid van het object.
De sensor wordt soms niet geactiveerd wanneer de binnenkomende snelheid van een object of persoon
langzamer is dan 50 mm/sec. of sneller dan 1500 mm/sec.
Volg de onderstaande aanwijzingen om de instelling van de
dipswitches te veranderen.
1. Verander de functietoets van de "Operation Mode" naar de
"Setting Mode".
2. Verander de instelling van de dipswitches.
3. Zet de functietoets weer terug op de "Operation Mode".
1. Draai de diepte-instelschroef naar rechts (Deep) om het detectiegebied zo ver mogelijk van de deur verwijderd te plaatsen.
2. Stel de gevoeligheid van de Infrared finder op "H" (High) in en plaats de infraroodzoeker op de vloer, zoals hieronder is
aangegeven.
3. Draai de diepte-instelschroef naar links (Shallow) tot het stralingsgebied op de plaats is waar de Infrared finder in de lage
detectietoestand is (langzaam rood knipperen).
Het detectiegebied kan tot 5° weg van de deur (Deep) of 5° naar de deur toe (Shallow) worden ingesteld.
Stel het gewenste detectiegebied in door de diepte-instelschroef met een schroevendraaier rond te draaien. Controleer
de detectiegebiedpositie met behulp van de rode LED van de LED-indicatie en een reflectiespiegel.
Om te voldoen aan EN 16005 worden de vereiste fijnafstellingen van toepassing op de EN 16005 testcondities
aanbevolen.
De deur gaat
niet open
wanneer een
persoon in het
detectiegebied
komt.
De deur gaat
open wanneer
er niemand in
het
detectiegebied
is.
(Stoorsignaal)
De deur blijft
open staan.
De deur blijft
gesloten.
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
Detectiege-
biedpunten
Geen punten
geëlimineerd
Dipswitches
Geëlimineerd Geëlimineerd Geëlimineerd
Detectiege-
biedpunten
Geen punten
geëlimineerd
*De vertragingstijd van het testingangssignaal is de tijdsperiode tussen het testingangssignaal en het
veiligheid/testuitgangssignaal.
1. Houd het detectievenster altijd goed schoon. Als het venster vuil is, veegt u dit voorzichtig met een vochtige doek schoon.
(Gebruik geen reinigingsmiddel of oplosmiddel.)
2. Was de sensor niet met water.
3. Probeer niet om de sensor te demonteren, om te bouwen of zelf te repareren, want dit kan resulteren in een elektrische schok.
4. Als er een waarschuwingsaanduiding LED groen knippert, moet u contact opnemen met uw installateur of servicemonteur.
5. Raadpleeg altijd uw installateur of servicemonteur als u instellingen wilt veranderen.
6. Verf het detectievenster niet.
1. Na het inschakelen van de stroom dient u altijd even het sensorpatroon na te lopen om te controleren of het systeem juist werkt.
2. Plaats geen voorwerp dat beweegt of licht uitstraalt in het detectiegebied. (Bijv. een plant, lamp enz.)
OPMERKING
Veeg het detectievenster met een vochtige doek schoon.
(Gebruik geen reinigingsmiddel of oplosmiddel.)
Gebruik de regenkap (los verkrijgbaar). Monteer het
detectievenster op een plaats waar er geen water op terechtkomt.
Veeg het detectievenster met een vochtige doek schoon.
(Gebruik geen reinigingsmiddel of oplosmiddel.)
Zet het detectiegebied op "Deep" (buiten).
Controleer de installatietoestand zoals beschreven
in op de achterkant.INSTALLATIE
Zie INSTELLINGEN 3-1 & 3-2
(*).
Als het probleem blijft bestaan, moet u de sensor met de
hand resetten. (Schakel de stroom uit en dan weer in.)
Verwijder sterk reflecterende voorwerpen uit het
detectiegebied. Verlaag de gevoeligheid. Verander
de detectiegebiedhoek.
Er zijn reflecterende voorwerpen in het detectiegebied.
Er wordt licht via de vloer weerkaatst.
Het detectiegebied overlapt het gebied
van een andere sensor.
Plotselinge verandering in het
detectiegebied.
Het detectiegebied overlapt de
deur/afdekkap.
Verkeerde instelling van de dipswitches.
Draadbreuk of foutieve aansluitingen.
Het detectiegebied overlapt de
deur/afdekkap.
De uitlaatgassen van auto's of mist
dringt in het detectiegebied binnen.
Er zijn bewegende voorwerpen of
voorwerpen die licht uitstralen in het
detectiegebied. (Bijv. een plant, lamp enz.)
Snel groen
knipperen
Langzaam
groen
knipperen
Rood &
groen
knipperen
1. Zet de functietoets op "Setting Mode"
2. Verander de instelling van dipswitch 10 (ON
OFF ON of OFF ON OFF).
3. Zet de functietoets weer terug op "Operation
Mode".
Toegang tot
detectiegebied
Standby
Groen Rood Groen
Uitgang
Geen
Controleer de werking overeenkomstig onderstaande tabel.
Status
Toegangsbediening
Buiten het
detectiegebied
LED-indicatie
Stroom uit
CONTROLE
Buiten het
detectiegebied
- Standby
Beweging/aanwezigheidsdetectie
geactiveerd
NORMEN WAARAAN IS VOLDAAN
AAN UIT AANUIT
OPTEX Technologies Inc.
Corporate Headquarters
Dochteronderneming Noord- en Zuid Amerika
3882 Del Amo Blvd., Suite 604 Torrance, CA 90503 U.S.A.
TOLL-FREE: 800 877 6656 FAX.: +1 310 214 8655
WEBSITE: www.optextechnologies.com
East Coast Office
OPTEX Co.,LTD. OPTEX Technologies B.V.
Fabrikant Dochteronderneming Europa
Tiber 2, 2491 DH The Hague, The Netherlands
TEL.: +31(0)70 419 41 00 FAX.: +31(0)70 317 73 21
E-MAIL: info@optex.nl WEBSITE: www.optex.nl
8510 McAlpines Park Drive, Suite 108 Charlotte,
NC 28211 U.S.A.
TOLL-FREE: 800 877 6656 FAX.: +1 704 365 0818
WEBSITE: www.optextechnologies.com
EN 12978+A1:2009
EN 61496-3:2001 clausule 4. 3. 5 and 5. 4. 7. 3
EN 16005:2012 Machine richtlijn 2006/42/EC
Test organisatie : TĂśV SĂśD Product Service GmbH, DaimlerstraĂźe 40 60314 Frankfurt Germany
EN ISO 13849-1:2008 EN ISO 13849-2:2008EMC richtlijn 2004/108/EC
* Voordat u deze instellingen wijzigt, stelt u de Function key in op "Setting mode ". Zet de Function key daarna terug op
"Operation mode"
5-8-12 Ogoto Otsu 520-0101, Japan
TEL.:+81 (0)77-579-8700
FAX.:+81 (0)77-579-7030
WEBSITE: www.optex.co.jp


Product specificaties

Merk: Optex
Categorie: Deur-/raamsensor
Model: OA-Presence T

Heb je hulp nodig?

Als je hulp nodig hebt met Optex OA-Presence T stel dan hieronder een vraag en andere gebruikers zullen je antwoorden




Handleiding Deur-/raamsensor Optex

Handleiding Deur-/raamsensor

Nieuwste handleidingen voor Deur-/raamsensor