Graupner Ultramat 10 Handleiding

Graupner Accu oplader Ultramat 10

Lees hieronder de 📖 handleiding in het Nederlandse voor Graupner Ultramat 10 (12 pagina's) in de categorie Accu oplader. Deze handleiding was nuttig voor 95 personen en werd door 2 gebruikers gemiddeld met 4.5 sterren beoordeeld

Pagina 1/12
Graupner
Best.-nr. 6410
Handleiding
ULTRAMAT 10
Low-budget universeel computergestuurd snellaadapparaat voor NiCd-, NiMH-,
Li-Io en LiPo cellen
Nederlands bladzijde
inhoudsoverzicht
hoofdstuk bladzijde
1. algemeen
2. waarschuwings- en veiligheidsaanwijzingen, in ieder geval doornemen a.u.b.!
3. algemene gebruiksaanwijzingen
4. aanbevolen laadkabels, polariteit
5. bedieningselementen, bediening, laadstart
6. laadprogramma’s
7. programmastructuur
8. inbedrijfname
9. NiCd/NiMH laadprogramma
10. Lithium accu’s
11. Lithium laadprogramma
12. speciale functies, Delta-Peak aanspreekspanning
13. Safe Timer, Buzzer
14. display-aanduidingen, controle-aanduidingen
15. reiniging en onderhoud
16. aanwijzingen voor het omgaan met accu’s
17. technische gegevens
18. garantie-certificaat achterzijde
1. algemeen
Om alle eigenschappen van uw nieuwe laadapparaat volledig te kunnen benutten, moet u vóór het eerste
gebruik de volgende beschrijving volledig en zorgvuldig doorlezen. Let u vooral op de waarschuwings- en
veiligheidsaanwijzingen. Deze handleiding moet op een veilige plaats worden bewaard en aan een
volgende gebruiker van het laadapparaat worden overhandigd.
Met de ULTRAMAT 10 heeft u een modern produkt met buitengewone eigenschappen aangeschaft. Door de
toepassing van modernste halfgeleidertechnieken, aangestuurd door een krachtige RISC-microprocessor worden
geweldige laadeigenschappen , eenvoudige bediening en optimale betrouwbaarheid bereikt die normaal
gesproken alleen in duidelijk duurdere apparaten te vinden zijn.
Met de ULTRAMAT 10 kunnen Nikkel-Cadmium (Ni-Cd) sintercellenaccu’s , Nikkel-Metaal-Hydride (NiMH)
accu’s, Lithium-Ion (LiIo) accu’s en Lithium-Polymeer (LiPo) accu’s worden opgeladen. Deze gasdicht gesloten
accu’s zijn het meest geschikt gebleken voor de RC-modelbouw. Ze zijn mechanisch robuust, kunnen overal
worden gebruikt, en zijn ongevoelig voor storingen. Afgezien van het feit dat ze niet diep-ontladen mogen raken,
kunnen deze accu’s probleemloos gedurende lange tijd bewaard worden.
Let bij Lithium accu’s op de voorschriften van de fabrikant.
Ga met deze cellen voorzichtig en zorgvuldig om, omdat een verkeerde behandeling van deze cellen tot een
explosie kan leiden!
Aanwijzing
U moet altijd de laadaanwijzingen van de accufabrikanten opvolgen, en letten op de laadstromen en laadtijden.
Er mogen alleen accu’s snelgeladen worden, die uitdrukkelijk voor deze hoge laadstroom geschikt zijn!
Bedenkt u alstublieft, dat nieuwe accu’s pas na meerdere laad/ontlaadcycli hun volle capaciteit bereiken, ook
kunnen nieuwe accu’s te vroeg afschakelen. Test u in ieder geval door meerdere proefladingen de probleemloze
en betrouwbare functie van de laad-afschakelautomaat en de ingeladen capaciteit.
2. waarschuwings- en veiligheidsaanwijzingen
• Het laadapparaat beschermen tegen stof, vocht, regen, hitte (b.v. directe zonnestralen) en trillingen. Alleen
gebruiken in droge ruimten!
• De sleuven in de behuizing en de ventilator dienen ter koeling van het apparaat en mogen niet afgedekt of
gesloten worden. Het apparaat moet tijdens het laden vrij worden opgesteld, zodat de lucht ongehinderd
circuleren kan.
• Het laadapparaat is uitsluitend geschikt voor de aansluiting aan een 12 V-autoaccu. Er mogen geen
veranderingen aan het apparaat worden doorgevoerd.
• Het laadapparaat en de te laden accu moeten tijdens het laden op een niet brandbare, hittebestendige en
electrisch niet geleidende ondergrond staan! Nooit direct op autostoelen, vloerbedekking o.i.d. neerzetten! Ook
moeten brandbare of makkelijk ontvlambare voorwerpen uit de buurt van de laadapparatuur worden gehouden.
Let op goede ventilatie.
• Verbindt u het laadapparaat alleen direct met de originele aansluitdraden en aansluitklemmen direct met de
autoaccu. De motor van de auto moet, zolang de ULTRAMAT 10 met de auto in verbinding staat,
uitgezet zijn! De autoaccu mag niet gelijktijdig door een ander laadapparaat worden opgeladen!
• De laaduitgangen en de aansluitkabels mogen niet veranderd of onder elkaar op de één of andere manier
verbonden worden. Tussen de laaduitgangen en de carrosserie van de auto bestaat tijdens het gebruik
kortsluitingsgevaar! Laad- en aansluitkabels mogen tijdens het laden niet opgerold zijn! Vermijdt u
kortsluiting met de laaduitgang resp. de accu en de auto-carrosserie, de ULTRAMAT 10 is daartegen niet
beschermd. Zet u daarom het apparaat nooit direct op de carrosserie van de auto.
• Laat u het laadapparaat nooit zonder toezicht aangesloten aan de stroomvoorziening.
• Er mag maar één te laden accu aan iedere laadaansluiting aangesloten worden.
• De volgende accu’s mogen niet aan het laadapparaat worden aangesloten:
-NiCd-/ NiMH-accu’s met meer dan 10 cellen, Lithium-Ion/ Lithium-Polymeer-accu’s met meer dan 4
cellen of loodaccu’s.
-Accu’s die een andere laadtechniek dan NiCd-, NiMH- of Lithium- accu’s nodig hebben.
-Defecte, beschadigde cellen of accu’s.
-Accu’s van parallel geschakelde of verschillende cellen.
-Mixen van oude en nieuwe cellen of cellen van verschillend fabrikaat.
-Niet oplaadbare batterijen (droge batterijen). Let op: explosiegevaar!
-Accu’s of cellen die door de fabrikant niet uitdrukkelijk bestemd zijn om door de bij dit laadapparaat
optredende laadstromen geladen te worden.
-Al opgeladen, hete of niet volledig leeggemaakte cellen of accu’s.
-Accu’s of cellen met geïntegreerde laad- of afschakelapparatuur.
-Accu’s of cellen die in een apparaat zijn ingebouwd of gelijktijdig met andere delen elektrisch in
verbinding staan.
• Om kortsluiting aan de bananenstekkers van de laadkabel te voorkomen, moet u altijd eerst de laadkabel met
het laadapparaat verbinden en dan pas met de accu! Bij het losmaken omgekeerd.
• Controleert u na een “vol-“melding, of de door het apparaat aangeduide laadhoeveelheid ook overeenkomt
met de door u verwachte hoeveelheid. Zo herkent u op een betrouwbare manier foutieve, te vroege
afschakelingen. De kans op te vroege afschakelingen is afhankelijk van veel factoren en het grootst bij
diepontladen accu’s, een gering aantal cellen of bepaalde accutypen. Eventueel moet u het Delta-Peak punt
goed instellen.
• Controleert u door meerdere proefladingen, (vooral bij geringe aantallen cellen) of de afschakelautomaat
probleemloos functioneert. Soms worden volle accu’s door een zwakke Peak niet herkend.
• Voor het laden checken: Zijn de bij de accu passende laadprogramma’s, de juiste laad-/ontlaadstromen en
de bij NiCd en NiMH belangrijke, juiste afschakelspanningen ingesteld? Zijn alle verbindingen in orde, zijn er
breuken in de kabels of stekkers? Bedenkt u a.u.b., dat het snelladen van accu’s gevaarlijk kan zijn. Al een
korte onderbreking als gevolg van een slecht contact kan een foutmelding ten gevolge hebben, een nieuwe
laadstart veroorzaken en de aangesloten accu totaal overladen.
3. algemene gebruiksaanwijzingen
laden van accu’s
Bij het laden van accu’s wordt aan de accu een bepaalde hoeveelheid stroom toegevoerd, die de
vermenigvuldiging van laadstroom × laadtijd is. De maximaal toegestane laadstroom is afhankelijk van het
betreffende accu-type en kan ontleend worden aan de gegevens van de accufabrikant.
Alleen bij uitdrukkelijk als snellaadbaar aangeduide accu’s mag de normale laadstroom overschreden worden.
Als NORMALE LAADSTROOM wordt de stroom aangeduid, die 1/10 van de nominale waarde van de
capaciteitsaanduiding bedraagt (b.v. bij een capaciteitsaanduiding van 1,7 Ah bedraagt de normale laadstroom
170 mA).
• De te laden accu wordt via een passende laadkabel aan de aansluitbussen van het laadapparaat aangesloten
(rood = pluspool, zwart = minpool).
• U moet altijd de laadaanwijzingen van de accufabrikant opvolgen, alsmede de laadstromen en laadtijden. Er
mogen alleen accu’s worden snelgeladen, die uitdrukkelijk geschikt zijn voor de hoge laadstromen, die bij dit
apparaat optreden.
• Bedenkt u alstublieft, dat nieuwe accu’s pas na meerdere laad-/ ontlaadcycli hun volle capaciteit bereiken.
Vooral bij nieuwe of diepontladen accu’s kan makkelijk een te vroege afschakeling plaatsvinden.
• Mocht na een snellading één cel van het NC-accupack bijzonder heet zijn geworden, dan kan dit duiden op
een defect aan deze cel. Dit accupack moet dan niet meer gebruikt worden (verbruikte accu’s horen bij het
Klein Chemisch Afval!).
• Let u op een goed en veilig contact van alle stekker- en klemverbindingen. Al een korte onderbreking als
gevolg van een slecht contact kan een nieuwe laadstart veroorzaken en de aangesloten accu totaal overladen.
• Een vaak voorkomende oorzaak van foutief functioneren ligt in het toepassen van gebrekkige laadkabels.
Omdat het laadapparaat het verschil niet kent tussen inwendige accu-weerstand, kabelweerstand en weerstand
van de stekkerverbindingen, is de eerste voorwaarde voor een probleemloos functioneren een laadkabel met
voldoende draad-doorsnede en een lengte van niet meer dan 30 cm, alsmede hoogwaardige
stekkerverbindingen aan beide kanten (goud-contacten).
• laden van zenderaccu’s
Een in een radiobesturingszender ingebouwde accu kan meestal via de in de zender ingebouwde laadbus
worden opgeladen. Zenderlaadbussen zijn meestal voorzien van een een terugstroom-zekering (diode). deze
verhindert een beschadiging van de zender door verpolen of kortsluiting met de blanke uiteinden van de
laadkabelstekkers. Een opladen van de zenderaccu met de ULTRAMAT 10 is alleen mogelijk na overbrugging


Product specificaties

Merk: Graupner
Categorie: Accu oplader
Model: Ultramat 10

Heb je hulp nodig?

Als je hulp nodig hebt met Graupner Ultramat 10 stel dan hieronder een vraag en andere gebruikers zullen je antwoorden




Handleiding Accu oplader Graupner

Handleiding Accu oplader

Nieuwste handleidingen voor Accu oplader