FireX KF30 Handleiding


Lees hieronder de 📖 handleiding in het Nederlandse voor FireX KF30 (2 pagina's) in de categorie Detector. Deze handleiding was nuttig voor 17 personen en werd door 2 gebruikers gemiddeld met 4.5 sterren beoordeeld

Pagina 1/2
Dichter dan 300 mm t.o.v. lampfittingen.
In een dergelijke positie waarbij het moeilijk of gevaarlijk is om een test of onderhoud uit te
voeren.
Breng de melder niet aan op een plaats waar water of andere vloeistoffen de melder kunnen
binnendringen.
INSTALLATIE VAN DE HITTEMELDER
GEVAAR: GEVAAR VAN EEN ELEKTRISCHE SCHOK SCHAKEL IN DE METERKAST DE VOEDING NAAR DE.
HITTEMELDER UIT DOOR DE ZEKERING TE VERWIJDEREN OF DE STROOMONDERBREKER IN DE STAND UIT TE
ZETTEN EN DEZE TE ZEKEREN.
WAARSCHUWING: DEZE HITTEMELDER MAG ALLEEN GEÏNSTALLEERD WORDEN DOOR EEN
GEKWALIFICEERDE ELEKTRICIEN OVEREENKOMSTIG DE NEN 1010 /EN OF ALLE GELDENDE PLAATSELIJKE,
REGIONALE EN LANDELIJKE VOORSCHRIFTEN.
WAARSCHUWING: HITTEMELDERS DIENEN AANGESLOTEN TE WORDEN OP ÉÉN
GROEP IN DE METERKAST. OP DIT CIRCUIT DIENEN GEEN ANDERE ELEKTRISCHE
APPARATEN TE WORDEN AANGESLOTEN, M.U.V. COMPATIBELE ROOK- EN
KOOLMONOXIDEMELDERS. ALS UW HUIS EEN
RESTSTROOMAPPARAATBEVEILIGING OP DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE HEEFT OF OP
AFZONDERLIJKE CIRCUITS, CONTROLEER DAN BIJ EEN GEKWALIFICEERDE
ELEKTRICIEN DAT FOUTEN IN HET CIRCUIT (WANDCONTACTDOOS) OF MOBIELE
APPARATEN GEEN ONDERBREKINGEN KUNNEN VEROORZAKEN IN DE VOEDING
NAAR DE HITTEMELDERS.
1. Voer de 230v-voedings/verbindingskabel in de centraaldoos of montagevoet van Firex.
2. Sluit de nul aan op de blauwe draad van de connector.
3. Sluit met behulp van een geschikte aansluitblok (meegeleverd bij de montagevoet van Firex)
de voedingskabel aan op de bruine draad van de connector.
4. Als een doorkoppeling is gewenst, dient u de oranje of witte draad van de connector aan te
sluiten op de doorkoppeldraad van de woning. Zie opmerking: HITTEMELDERS ONDERLING
KOPPELEN.
OPMERKING: Als dit om één hittemelder gaat, dient u de oranje of witte draad verzegelen.
5. Steek de connnector in de bevestigingspennen van de montagevoet van Firex of de
uitsparing in de centraaldoos.
6. ALLEEN voor de KF30:
a. Open het klepje van het batterijvakje.
b. Sluit een nieuwe, werkende 9V batterij aan in het
batterijvakje. Zorg ervoor dat de batterij goed aangesloten is. De
hittemelder kan kort piepen wanneer de batterij geplaatst wordt.
c. Sluit het klepje van het batterijvakje door het dicht te klikken.
7. Voer de connector door de montageplaat van de hittemelder, lijn de sleuven uit en bevestig
de montageplaat correct aan de montagevoet van Firex of de centraaldoos.
8. Sluit de connector aan op de pennen aan de achterkant van de hittemelder. De connector
past maar op één manier en klikt op zijn plaats vast.
9. Trek voorzichtig aan de connector om te controleren of deze goed vast zit.
10. Positioneer de hittemelder op de montageplaat en draai deze rechtsom, om de melder op zijn
plaats te vergrendelen.
11. Schakel in de meterkast de stroom naar het circuit van de hittemelder in.
12. Test de hittemelder of deze op AC werkt. Zie DE HITTEMELDER TESTEN.
HITTEMELDERS HEBBEN BEPERKINGEN. Deze hittemelder biedt geen garantie voor
de bescherming van levens of eigendommen. Hittemelders zijn geen vervanging van
een verzekering. Bovendien kan de hittemelder, net als elk ander elektronisch
apparaat, op elk moment defect raken.
Verf deze hittemelder nooit.
LOCATIE VAN DE HITTEMELDER
Hittemelders geven een akoestisch alarmsignaal als de temperatuur bij de melder 57 °C bereikt. De
hittemelders zijn ideaal voor keukens, garages, kelders, ketelruimtes, zolders en andere ruimten waar
normaliter hoge niveaus aan gassen, rook of stof aanwezig zijn, die het gebruik van rookmelders
uitsluiten vanwege het risico van vals alarm.
Hittemelders zijn uitsluitend voor de toepassing in woonhuizen in combinatie met optische rookmelders
of op plaatsen waar rookmelders te gevoelig voor zijn.
Als het ontwerp van de woning bijvoorbeeld niet voldoet aan de moderne brandveiligheidsnormen
of bij factoren zoals de aanwezigheid van jonge kinderen, bejaarden, gehandicapte personen of van
rokers, het gebruik van mobiele verwarmingsapparaten, vaste gashaarden tijdens de nacht of het
gebruik van elektrische dekens, met name bij bejaarden, adviseert de Britse norm de installatie van
extra detectieapparaten in de ruimten.
De Britse norm adviseert dat, als het risico het aanbrengen van melders rechtvaardigt in een keuken,
ketelruimte of andere ruimte (m.u.v. van een circulatieruimte) waarin rookmelders valse alarmen
kunnen geven, er hittemelders gebruikt moeten worden.
De norm adviseert echter ook dat hittemelders in andere ruimten geïnstalleerd mogen worden in
plaats van rookmelders, mits dat de constructie die de ruimte insluit (inclusief de deur) voldoende lang
brand kan weerstaan na het afgaan van een hittemelder, om de bewoners de gelegenheid te geven
zich in veiligheid te brengen.
Het is echter onwaarschijnlijk dat de activering van een hittemelder tijdig genoeg plaatsvindt, om het
leven te redden van iedereen die slaapt in de ruimte waarin de melder is aangebracht. Bovendien zal
een hittemelder in de ruimte waar de brand ontstaat de bewoner waarschijnlijk onvoldoende
waarschuwen om veilig te kunnen ontsnappen, als de deur naar die ruimte geopend is. Een
hittemelder wordt ook aanbevolen in de woonkamer, als een rookmelder in die ruimte irritatie
veroorzaakt door ongewenste alarmen die door rokers worden veroorzaakt.
PLAATSING VAN DE HITTEMELDER
VOOR DE BESTE BESCHERMING WORDT HET AANBEVOLEN OM IN ELKE RUIMTE EEN
ROOK- OF HITTEMELDER TE INSTALLEREN. Zie de gebruikershandleiding van de Firex
rookmelders en installeer de melders conform NEN 2555:2008.
Installeer de hittemelders op een centraaldoos of montagevoet van Firex en zo dicht mogelijk bij het
midden van het plafond. Als het midden niet praktisch is, installeer de hittemelder dan op minstens 50
cm van een muur of hoek.
In kamers met open dwarsbalken of steunbalken dienen alle aan het plafond gemonteerde melders aan de
onderkant van dergelijke balken aangebracht te worden en niet aan de bovenkant ervan. Op schuine, spitse of
puntige plafonds dient de hittemelder 90 cm vanaf het hoogste punt gnstalleerd te worden. Gebruik voor een
goede horizontale montage onze rookmelderpendel.
Installeer GEEN hittemelders:
Direct boven de kookplaat, het fornuis of de oven.
In ruimten met een hoge luchtvochtigheid, zoals badkamers of doucheruimten of ruimten in
de buurt van vaatwassers of wasmachines. Installeer de hittemelders op minimaal 3 m
afstand van deze ruimten, indien mogelijk.
In de buurt van of rechtstreeks boven verwarmingsapparaten, airconditioningopeningen of
plafondventilatoren.
In een ruimte waar de temperatuur onder de -30 °C kan zakken of boven de 37 °C kan
stijgen.
In ruimten met een relatieve luchtvochtigheid van meer dan 93%, zonder condensvorming.
In de buurt van TL-lampen. Elektrische ruis en flikkeringen kunnen de werking van de
hittemelder beïnvloeden.
SPECIFICATIES
MODEL 30, 30KF KF R
ELEKTRISCHE SPECIFICATIES 230 , ( 30: 9V AC DC BACK UP KF V VERVANGBAAR KF R, 30 :
OPLAADBAAR)
ONDERLING KOPPELBARE ROOK TOT ELKE COMBINATIE VAN ANDERE ALARMMODELLEN23
EN HITTEMELDERS ( - 4973, 4985, 4892, OF 4899, 2SFW, 2SFWR, 3SFW, 3SFWR
MONTAGEVOET KF
20, KF20R, KF30, KF30R
MET RELAIS) VAN FIREX
TEMPERATUURWAARDE C57°
MAXIMALE OMGEVINGS- 37,8°C
TEMPERATUUR
BEDRIJFSTEMPERATUUR C TOT C0° 40°
WERKT TOT EEN RELATIEVE LUCHTVOCHTIGHEID VAN ZONDER CONDENSVORMING93% ( )
AANBEVOLEN DEKKING M50 2
AANBEVOLEN RUIMTE M5,3
MAXIMALE AFSTAND TOT MUUR M7,7
MAXIMALE PLAFONDHOOGTE M6
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE
LEES EN BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
WAARSCHUWING
De KF30R vereist een constante voeding van 230V AC en volledig opgeladen
batterijen voor een correcte werking. Het model moet twee volledige dagen op de
voeding zijn aangesloten om de volledige back-upcapaciteit te bereiken. De batterijen
zijn niet vervangbaar. Sluit de hittemelder niet op een ander type model aan, m.u.v. de
modellen die in deze gebruikershandleiding staan vermeld.
De KF30-hittemelders vereisen een constante voeding van 230V AC EN een volledig
opgeladen 9V DC batterij voor een correcte werking. Als de batterij wordt verwijderd,
de hittemelder van de voeding wordt losgekoppeld, werkt de melder niet. Gebruik
GEEN andere batterij dan het type dat in deze handleiding wordt vermeld. Sluit de
hittemelder niet op een ander type melder aan, m.u.v. de melders die in deze
gebruikershandleiding staan vermeld.
De test- en onderdrukkingsknop(hush) test nauwkeurig alle functies van de
hittemelder. Gebruik geen andere testmethoden . Test de hittemelder elke week om
een goede werking te garanderen.
Hogere plafonds verhogen de tijd die de hittemelder nodig heeft om brand te
detecteren. In de meeste woningen is de plafondhoogte acceptabel, zodat de
reactietijd binnen de toegestane grenzen blijft. Plafonds op een hoogte van meer dan
6 m vertragen de reactietijd van de hittemelder echter aanzienlijk. Vraag uw
plaatselijke dealer of brandweer om advies bij het installeren van een hittemelder op
een plafond dat hoger is dan 6 m.
Deze hittemelder mag alleen worden geïnstalleerd door een vakbekwaam elektricien.
De installatie dient te voldoen aan BS 7671 en aan alle gangbare plaatselijke,
regionale en landelijke voorschriften.
Deze hittemelder is ontworpen om alleen een gebruikt te worden als deel van een
beveiliging voor een eengezinswoning of huis met niet meer dan twee verdiepingen
dat door meerdere personen bewoond wordt. De hittemelder dient in combinatie met
rookmelders worden gebruikt in afzonderlijke flats of appartementen in grotere huizen
die door meerdere personen bewoond worden, om voor een vroege waarschuwing te
zorgen voor de bewoners in geval van een brand in een kamer in de woning, maar in
dergelijke situaties dient eveneens een gemeenschappelijk brandalarmsysteem te
worden aangebracht. Installeer deze hittemelder NIET in andere gebouwen, zoals
hotels, motels, studentenhuizen, ziekenhuizen, verzorgingshuizen of andere soorten
groepswoningen. In deze woningen dient een volledig automatisch branddetectie- en
alarmsysteem geïnstalleerd te worden dat voldoet aan BS 5839: Deel 1.
Hittemelders dienen alleen te worden gebruikt in combinatie met rookmelders,
waaraan de hittemelders onderling gekoppeld dienen te zijn om te zorgen voor een
vroege waarschuwing voor hitte, rook of brand. Rookmelders dienen op elk niveau
van de woning geïnstalleerd te worden.
Onderling gekoppelde hittemelders en rookmelders bieden maximale bescherming. Bij
onderling gekoppelde hittemelders en rookmelders gaan alle alarmen van alle melders
af als een melder hitte, rook of brand detecteert. Sluit deze hittemelder niet aan op
een ander type melder, behalve op de melders die in deze gebruikershandleiding staan
of een goedgekeurd hulpapparaat.
Hittemelders die onderling gekoppeld zijn aan rookmelders waarschuwen mogelijk niet
altijd iedere bewoner. Het alarmgeluid van de hittemelder is luid om iedereen te
waarschuwen voor mogelijk gevaar. Er kunnen zich echter omstandigheden voordoen
waardoor een bewoner het alarm niet kan horen (bijv. lawaai binnen of buiten het
huis, vaste slapers, gebruik van medicijnen of alcohol, slecht gehoor enz.). De
bewoners moeten het alarmgeluid kunnen horen en hier snel op reageren om het risico
van schade, letsel of een dodelijk ongeval als gevolg van brand te reduceren.
Controleer zorgvuldig of elk apparaat werkt en het alarmsignaal dat door de onderling
gekoppelde apparaten wordt weergegeven duidelijk hoorbaar is in het hele melder
gebouw, met name in de slaapkamers waar het van essentieel belang is dat het
alarmsignaal de personen die slapen wekt.
Deze hittemelder geeft alleen alarm als deze temperaturen detecteert die 57 °C of
hoger zijn. Hittemelders detecteren geen rook of gas. Bij sommige branden kunnen
gevaarlijke niveaus aan giftige chemicaliën ontstaan en is er rookvorming voordat de
hittemelder wordt geactiveerd. Het kan voorkomen dat de temperaturen NIET SNEL
GENOEG de 57 °C bereiken om de hittemelder te activeren, om een veilige
ontsnapping te garanderen.
Sommige branden zijn traag smeulende vuren, produceren een lage hitte of ontstaan
in een andere ruimte dan waar de hittemelder zich bevindt of de hitte van de brand
passeert het alarm, Het kan voorkomen dat de hittemelder in dergelijke
omstandigheden geen waarschuwing geeft.
FUNCTIES VAN DE HITTEMELDER
Deze hittemelder werkt op een voeding van 230V AC en heeft een back-upbatterij (DC). Deze hittemelders
bieden extra bescherming in het geval van een stroomuitval.
De unieke connector voorkomt het onderling koppelen met niet-compatibele hittemelders,
koolmonoxidemelders, rookmelders of beveiligingssystemen.
De KF30- en KF30R-hittemelders kunnen onderling worden gekoppeld met diverse andere
modellen 4973, 4985, 4892, 4899, KF20, KF20R, KF30 en KF30R, 2SFW, 2SFWR, 3SFW en
3SFWR, 4MCO, 4MDCO. Sluit deze hittemelder niet aan op een ander type of model rook-,
koolmonoxide- of hittemelder.
De onderdrukkingsfunctie dempt vals alarm tot 9 minuten.
Model KF30R heeft een oplaadbare lithium back-up.
Het alarmgeheugen stelt vast welk alarm geactiveerd is
De melder is beveiligd tegen onbevoegde verwijdering
De hittemelder laat om de 40 seconden een korte pieptoon horen als de batterij bijna leeg is.
Multifunctionele groene en rode leds geven aan dat de hittemelder op de voeding is aangesloten,
normaal werkt of in de alarmmodus staat.
Luid alarm– 85 decibel [dB(A)] bij 3m – klinkt om u te waarschuwen bij een noodsituatie.
Testknop controleert de werking van de hittemelder.
REAGEERT BIJ 57 °C
KF30 LOSSE BATTERIJ
KF30R OPLAADBARE LITHIUM BACK-UP
LEES EN BEWAAR DEZE GEBRUIKERSHANDLEIDING
Installateur: Laat deze gebruikershandleiding achter bij de bewoner
(of in het geval van een huis dat door meerdere personen wordt ge-
bruikt, bij de eigenaar).
INHOUD
p.1 Functies van de hittemelder
p.1 Specificaties
p.2 Belangrijke veiligheidsinformatie
p.3 Locatie van de hittemelder
p.3 Plaatsing van de hittemelder
p.4 Installatie van de hittemelder
p.5 Hittemelders onderling koppelen
p.5 Rode en groene led-lampjes
p.5 Vals alarm-modus
p.5 De hittemelder testen
p.6 Onderhoud, reiniging en vervangen van de batterij (alleen KF30)
p.7 Reparatie
p.7 Brandveiligheidsvoorschriften en vermijden van gevaarlijke situaties
p.7 Procedure bij brand
p.7 Hoe te handelen bij brand
p.8 Probleemoplossing
p.8 Garantie
Woonkamer
Slaapkamer
Slaapkamer
Badkamer
Keuken
Garage
Garage
Badkamer
Slaapkamer
Slaapkamer
Eetkamer
Keuken
Slaapkamer
Woonkamer
Hittemelder
Max. bescherming
Min. bescherming
Hier niet monteren
Omgebouwde zolder
PLATTEGROND MET
ÉÉN VERDIEPING
PLATTEGROND MET
MEERDERE
VERDIEPINGEN
50 cm
DIAGRAM A
DIAGRAM B
Hier plaatsen Nooit hier
plaatsen
Dode
lucht
PLAFOND
ONDERLINGE KOPPELING
NEUTRAAL
BRUIN
ORANJE OF WIT
BLAUW
PLAFOND
ONDERLINGE KOPPELING
NEUTRAAL
BRUIN
ORANJE OF WIT
BLAUW
KF30R KF30
Standaard centraaldoos
of montagevoet van Firex
Standaard centraaldoos
of montagevoet van Firex
KF30
KF30R
GEBRUIKERSHANDLEIDING
BS5446 pt 2: 2003
LICENTIENR. KM503753
WAARSCHUWING: HITTEMELDERS ALLEEN ZIJN NIET VOLDOENDE VOOR DE BESCHERMING VAN
MENSENLEVENS, OMDAT ZE NIET ONTWORPEN ZIJN OM ROOK TE DETECTEREN.ZE ZIJN BEDOELD OM
TEMPERATUREN VAN 57 °C EN HOGER TE DETECTEREN, OM EXTRA INFORMATIE TE GEVEN AANVULLEND OP
DIE VAN ROOKMELDERS, OM DE KANS OP TIJDIGE ALARMERING TE VERGROTEN EN ZO DE BESCHERMING
VAN MENSENLEVENS EN EIGENDOMMEN TE VERBETEREN.ZIE 'HITTEMELDERS HEBBEN BEPERKINGEN' IN DE
PARAGRAAF BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE VAN DEZE GEBRUIKERSHANDLEIDING.
!
!
!
!
!
9. Loop nooit terug in een gebouw dat in brand staat of vol rook is.
Loop nooit terug in een gebouw dat in brand staat of vol rook is.
Loop nooit terug in een gebouw dat in brand staat of vol rook is.
Loop nooit terug in een gebouw dat in brand staat of vol rook is.Loop nooit terug in een gebouw dat in brand staat of vol rook is.
Deze richtlijnen kunnen u helpen bij een brand. Om de kans op brand te reduceren moet u echter de
brandveiligheidsvoorschriften volgen en gevaarlijke situaties vermijden. Neem contact op met de
plaatselijke brandweer voor meer informatie.
GARANTIE
De fabrikant garandeert dat dit product bij normaal gebruik en onderhoud ('defecten') voor een
periode van zes (6) jaar vanaf de aankoopdatum, vrij zal zijn van afwijkingen op het gebied van
materiaal en productie (de 'garantieperiode'). Indien er defecten worden waargenomen binnen de
garantieperiode, dan zal het bedrijf naar eigen inzicht het defecte product repareren of vervangen,
vooropgesteld dat: (a) het product geretourneerd is tijdens de garantieperiode, voldoende is
gefrankeerd en een kopie van de aankoopbon is bijgevoegd en naar het onderstaande adres is
gestuurd en (b) het bedrijf gecontroleerd heeft dat de claim terecht is. Deze garantie dekt geen
schade die het resultaat is van een ongeval, onjuiste installatie, onderhoud of reparatie, verkeerd
gebruik, misbruik of productaanpassing. Deze garantie verleent geen rechten aan anderen dan
degenen die hierboven zijn genoemd en dekt geen claims t.a.v. gevolgschades of verliezen. Deze
garantie wordt aangeboden als een extra voordeel en heeft geen invloed op uw wettelijke rechten als
klant.
Retourneer de melders goed ingepakt in karton en voldoende gefrankeerd naar:
CHU
CHU
CHU
CHUCHUBB
BB
BB
BBBB
FIR
FIR
FIR
FIRFIRE
E
E
EE &
&
&
& & S
S
S
SSECU
ECU
ECU
ECUECUR
R
R
RRIT
IT
IT
ITITY
Y
Y
YY
Cruquiusweg 118, 1019 AK Amsterdam
Tel.: +31 088 112 40 00
www.chubbfs.nl
Zie 'PROBLEEMOPLOSSING' als de hittemelder niet goed werkt. Indien nodig en als de hittemelder
nog onder garantie valt, dient u de hittemelder goed in te pakken in karton en deze op te sturen,
voldoende gefrankeerd en met aankoopbewijs, naar het adres dat aan het eind van deze
gebruikershandleiding wordt vermeld.
Als de garantie van de hittemelder is verlopen, vraagt u een vakbekwaam elektricien om de
hittemelder onmiddellijk te vervangen door een vergelijkbare melder van Firex.
BRANDVEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN EN GEVAARLIJKE
SITUATIES VERMIJDEN
Het plaatsen, testen en onderhouden van hitte- en rookmelders is slechts de eerste stap om uw familie
en huis te beschermen tegen brand. U moet ook de kans verkleinen dat er brand in uw huis kan
uitbreken en uw kansen om te kunnen ontsnappen vergroten als er brand uitbreekt. Uw
brandveiligheidsprogramma thuis dient minimaal de volgende richtlijnen te bevatten:
Gebruik materialen die rook kunnen veroorzaken op correcte wijze, rook nooit in bed of als u
slaperig of onder invloed van alcohol of drugs bent.
Houd lucifers en andere ontstekingsbronnen uit de buurt van kinderen.
Berg brandbare materialen op in gesloten bakken en gebruik deze materialen nooit in de buurt
van open vlammen of vonken en berg ze ook niet in de buurt hiervan op.
Houd elektrische apparaten en de kabels hiervan in goede, werkende staat en zorg ervoor dat
de elektrische circuits niet worden overbelast.
Houd open haarden, schoorstenen en barbecues schoon en zorg ervoor dat ze uit de buurt van
brandbare materialen worden geplaatst.
Houd mobiele verwarmingsapparaten en open vlammen, zoals kaarsen, uit de buurt van
brandbare materialen.
Zorg ervoor dat afval zich niet kan opstapelen.
Laat minimaal om de 10 jaar de elektrische bedrading in uw huis controleren door een
gekwalificeerde elektricien (of vaker als de bedrading ouder wordt).
Verlaat tijdens het koken de keuken niet.
PROCEDURE BIJ BRAND
Als de hitte- of rookmelder afgaat en u hebt de testknop niet erase ingedrukt, betekent dit dat er een
gevaarlijke situatie is ontstaan. U moet dan onmiddellijk hiernaar handelen. Als voorbereiding op een
dergelijke situatie moet u evacuatieplannen opstellen, deze bespreken met alle bewoners en er
regelmatig op oefenen. Voor uw eigen veiligheid doet u er goed aan om minimaal de volgende
handelingen uit te voeren om zo voor een goede brandveiligheid te zorgen.
Maak een tekening van uw huis en geef alle ontsnappingswegen aan die bij brand kunnen
worden gebruikt. Op de benedenverdieping kunt u aangeven welke ramen gebruikt kunnen
worden om te ontsnappen. Op hogere verdiepingen dient u aan te geven of er externe
reddingsacties mogelijk zijn als ontsnappingsroutes geblokkeerd zijn door vuur of rook.
Laat iedereen het alarmgeluid van een hitte- en rookmelder horen en leg uit wat deze alarmen
betekenen. Laat zien hoe men kan controleren of deuren heet zijn alvorens ze te openen, hoe
men dicht bij de vloer kan blijven en over de vloer kan kruipen om onder de gevaarlijke rook,
dampen en gassen te blijven en hoe er gebruik gemaakt kan worden van alternatieve uitgangen
als een deur heet is.
Le
Le
Le
LeLeg uit
g uit
g uit
g uit g uit dat een d
dat een d
dat een d
dat een ddat een de
e
e
eeur
ur
ur
ur ur die h
die h
die h
die hdie heet
eet
eet
eet eet aanvoel
aanvoel
aanvoel
aanvoelaanvoelt nie
t nie
t nie
t niet niet
t
t
t t geop
geop
geop
geopgeopend ma
end ma
end ma
end maend mag
g
g
g g worde
worde
worde
wordeworden.
n.
n.
n.n.
Kies voor een ontmoetingsplaats die op een veilige afstand van uw huis ligt en zorg ervoor dat
alle bewoners van uw huishouden naar deze plek gaan en daar op u wachten als er brand is.
Vertel kinderen dat ze klaar moeten zijn om het huis zo nodig zelf te verlaten.
Houd om de zes (6) maanden brandoefeningen om er zeker van te zijn dat iedereen, zelfs kleine
kinderen, weten wat ze moeten doen om veilig te kunnen ontsnappen.
Weet waar u naar toe moet gaan om buiten uw huis de brandweer te bellen.
Schaf noodapparatuur aan, zoals een brandblusser, en leer uw familieleden hoe zij met deze
apparatuur moeten omgaan.
IN GEVAL VAN BRAND
Nadat u uw familie hebt voorbereid op ontsnappingsplannen en deze met uw familie hebt geoefend,
hebt u de kansen van uw familie op een veilige ontsnapping vergroot. Bestudeer de volgende regels
met uw familie als u brandoefeningen aan het uitvoeren bent, zodat iedereen de regels kent als er
echt een brand uitbreekt.
1. Raak niet in paniek; blijf rustig. Uw ontsnappingsplan kan afhankelijk zijn van hoe helder u op dat
moment kunt denken en onthouden hebt wat u geoefend hebt.
2. Verlaat het huis en volg zo snel mogelijk uw geplande ontsnappingsroute. Stop niet om nog
dingen in veiligheid te brengen of u aan te kleden.
3. Open deuren voorzichtig en alleen nadat u gevoeld hebt of ze heet zijn of niet. Open een deur
niet als deze heet is; gebruik een alternatieve ontsnappingsroute. Ga, als uw
ontsnappingsroute geblokkeerd is, naar een raam en roep om hulp. Stop, indien nodig,
kledingstukken of andere materialen in de openingen rondom de deur in de ruimte om te
voorkomen dat rook de ruimte kan binnendringen voordat er hulp gearriveerd is.
4. Blijf dicht bij de vloer; rook en hete gassen stijgen op naar het plafond.
5. Houd deuren en ramen dicht tenzij u ze wilt openen om te ontsnappen.
6. Ga naar de afgesproken ontmoetingsplaats nadat u het huis hebt verlaten.
7. Bel, buiten uw huis, zo snel mogelijk de brandweer. Geef uw volledige adres op, inclusief de
naam van de plaats of het dorp.
8. Bel altijd zo snel mogelijk de brandweer, zelfs bij een kleine brand.
2. Houd de TEST-/onderdrukkingsknop minstens vijf (5) seconden ingedrukt. De hittemelder
laat ongeveer drie (3) keer per seconde een luide pieptoon horen. Het alarm kan tien (10)
seconden klinken nadat de TEST-/onderdrukkingsknop is losgelaten. OPMERKING: Bij
onderling gekoppelde hittemelders moeten alle hittemelders binnen drie (3) seconden na het
indrukken van een testknop van een van de hittemelders een alarmsignaal laten horen.
3. Als het alarm van de hittemelder niet afgaat, dient u in de meterkast de netspanning uit te
schakelen en de bedrading te controleren. De hittemelder resetten.
WAARSCHUWING: ALS HET ALARM VAN DE HITTEMELDER KLINKT EN DE HITTEMELDER WORDT NIET
GETEST, DETECTEERT DE HITTEMELDER EEN TEMPERATUUR VAN 57 ° . C OF HOGER
HET ALARMGELUID
VEREIST UW DIRECTE AANDACHT EN ACTIE. EVACUEER ONMIDDELLIJK DE WONING!
ONDERHOUD EN REINIGING
Naast de wekelijkse test, moet de hittemelder regelmatig worden gereinigd en moet stof en vuil
worden verwijderd.
GEVAAR: GEVAAR VAN EEN ELEKTRISCHE SCHOK.
SCHAKEL, VÓÓR HET REINIGEN VAN DE HITTEMELDER, IN DE METERKAST DE VOEDING VAN DE
HITTEMELDER UIT DOOR DE ZEKERING TE VERWIJDEREN OF DE BETREFFENDE
STROOMONDERBREKER IN DE STAND UIT TE ZETTEN.
WAARSCHUWING: HITTEMELDERS ZIJN LEVENSREDDENDE APPARATEN EN DIENEN REGELMATIG
ONDERHOUDEN TE WORDEN
REINIGEN
Reinig de hittemelder minstens eenmaal per jaar om al het stof en vuil te verwijderen. Schakel de
netvoeding van de hittemelder altijd uit voordat u deze gaat reinigen.
Gebruik de zachte borstel of de stofzuigerslang en maak alle kanten en de behuizing van de
hittemelder schoon. Controleer of alle ventilatiegaten vrij van vuil zijn. Schakel, indien nodig, de
netvoeding uit en gebruik een vochtige doek om de behuizing van de hittemelder te reinigen.
BELANGRIJK! U mag het deksel nooit verwijderen en u mag de hittemelder ook nooit van binnen
reinigen. DOET U DIT WEL, DAN VERVALT UW GARANTIE. Het niet correct reinigen en
onderhouden van deze hittemelder kan resulteren in een slechtere werking en een mogelijk defect.
De garantie komt dan te vervallen.
WAARSCHUWING: BATTERIJEN IN DE KF30R ZIJN NIET VERVANGBAAR.
MODEL KF30R HEEFT PERMANENTE OPLAADBARE LITHIUMBATTERIJEN DIE ONTWORPEN ZIJN OM DE, ,
LEVENSDUUR VAN DE HITTEMELDER MEE TE GAAN
.
VERVANGING BATTERIJ (ALLEEN KF30)
Schakel de netvoeding van de hittemelder altijd uit voordat u de batterij vervangt. Vervang de batterij
minstens een keer per jaar of onmiddellijk als u eenmaal per minuut het signaal voor lage
batterijspanning hoort, zelfs als de hittemelder netvoeding krijgt. Gebruik voor deze hittemelder alleen
de volgende nieuwe batterijen: Energizer 522; Duracell MN1604 or MX 1604; FDK CP-V9Ju; Ultralife
U9VL-J-P.
LET OP: EXPLOSIEGEVAAR ALS DE BATTERIJ NIET JUIST WORDT VERVANGEN GEBRUIK ALLEEN DE.
BATTERIJEN DIE IN DE GEBRUIKERSHANDLEIDING STAAN VERMELD
.
WAARSCHUWING: GEBRUIK GEEN ANDER BATTERIJTYPE DAN HET TYPE DAT IN DEZE HANDLEIDING
VERMELD WORDT.GEBRUIK GEEN OPLAADBARE BATTERIJEN.
1. Schakel in de meterkast de voeding naar de hittemelder uit.
2. Steek een kleine schroevendraaier in de sleuf van de montageplaat en draai de hittemelder
linksom om de melder los te maken.
3. Trek de hittemelder voorzichtig omlaag. Let erop dat u de kabelverbindingen niet loshaalt.
4. Trek de connector uit de achterkant van de hittemelder.
5. Verwijder aan de achterkant van de hittemelder de schroef uit het batterijvakje en til het
lipje op om het batterijvakje te openen.
6. Verwijder de batterij uit het batterijvakje. Koppel de lege batterij los uit het batterijvakje en
gooi de batterij weg.
7. Sluit een nieuwe, goed werkende batterij van 9V aan. De batterij past slechts op één manier
in het vakje. Zorg ervoor dat het batterijcontact goed vastzit op de batterij.
8. Plaats de batterij in het batterijvakje.
9. Sluit het klepje van het batterijvakje. Druk op het klepje totdat dit vastklikt. Draai de
schroef weer vast in het klepje van het batterijvakje.
10. Druk op de TEST-knop om de hittemelder te testen en de 9V DC back-upbatterij te
controleren. Zie DE HITTEMELDER TESTEN
11. Plaats de connector. De connector klikt vast op zijn plaats. Trek voorzichtig aan de
connector om na te gaan of deze goed vastzit.
12. Bevestig de hittemelder weer aan de montageplaat door de hittemelder rechtsom te draaien
tot deze vastklikt.
13. Schakel de voeding in en test de hittemelder met de TEST-knop. Zie DE HITTEMELDER
TESTEN
REPARATIE
OPMERKING: PROBEER DE HITTEMELDER NIET ZELF TE REPAREREN. DOET U DIT WEL, DAN VERVALT DE GARANTIE.
HITTEMELDERS ONDERLING KOPPELEN
Gebruik een massieve koperen draad van 2,5 mm2 geclassificeerd voor 230 V. Als u de
hittemelders, koolmonoxidemelders of rookmelders onderling wilt koppelen, dient de maximale
kabellengte tussen de twee kabels 450 m bij 1,5 mm2 te bedragen (20 lusweerstand).
Sluit de hittemelder niet aan op een ander type of model rook-, koolmonoxide- of hittemelder. Sluit alle
onderling gekoppelde hitte- en rookmelders aan op één eindcircuit.
De bedrading moet overeenkomstig de I.E.E.-voorschriften voor elektrische installaties NEN 1010
zijn.
RODE EN GROENE LED-LAMPJES
Deze hittemelder is uitgerust met een rood en groen led-lampje, die beide te zien zijn door een
doorzichtige lichtbuis aan de bovenkant van de melder. De led-lampjes geven het volgende aan:
GROEN
AAN Netvoeding is ingeschakeld.
UIT Netvoeding is uitgeschakeld.
ROOD
KNIPPERT ELKE 5 MINUTEN EN 20 SECONDEN ÉÉN KEER De netvoeding is aanwezig,
de werking is normaal.
KNIPPERT ELKE 10 SECONDENDe 'Vals alarm'-modus is geactiveerd.
UIT Batterijvoeding is uitgeschakeld.
KNIPPERT ÉÉN KEER PER SECONDE en de melder laat een alarm horen – de melder
detecteert een temperatuur van 57 °C of hoger.
UIT en de unit laat een alarm horen Een andere onderling gekoppelde rook-/ hittemelder in het
netwerk heeft rook of 57 °C gedetecteerd en geeft dit alarm.
3 SNELLE KNIPPERSIGNALEN OM DE 40 SECONDEN: geeft aan welke melder eerder een
alarmtoestand heeft gedetecteerd.
HUSH(onderdrukkingsknop)
WAARSCHUWING: ALVORENS DE ONDERDRUKKINGSFUNCTIE VAN HET ALARM TE
GEBRUIKEN, DIENT U DE BRON TE IDENTIFICEREN DIE DE HITTE VEROORZAAKT EN
ERVOOR TE ZORGEN DAT HET DESBETREFFENDE GEBIED VEILIG IS. ACTIVEER DE
FUNCTIE DOOR DE TEST/HUSHKNOP IN HET MIDDEN VAN DE MELDER IN TE
DRUKKEN. HET ALARM GAAT ONMIDDELLIJK UIT EN HET RODE LAMPJE (LED) ZAL 10
MINUTEN LANG ONGEVEER OM DE 10 SECONDEN KNIPPEREN. DEZE FUNCTIE
MAG ALLEEN WORDEN GEBRUIKT ALS ER SPRAKE IS VAN EEN VEILIGE SITUATIE.
De onderdrukkingsfunctie stop het alarm ongeveer 9 minuten lang. Een snelle stijging in
temperatuur schakelt de 'vals alarm'-modus uit en zorgt ervoor dat de unit een alarm produceert.
Na 9 minuten zal de hittemelder weer overgaan op de normale werking. Als de unit nog steeds een
gevaarlijke situatie detecteert, gaat het alarm weer af.
Als onderling gekoppelde melders geïnstalleerd zijn, kan de hittemelder die de hoge temperaturen
detecteert en het alarm produceert niet per ongeluk door de TEST-/onderdrukkingsknop van andere
melders worden gestopt. In dit geval blijven alle alarmen geactiveerd zolang een gevaarlijke
situatie gedetecteerd wordt of totdat de TEST-/onderdrukkingsknop wordt ingedrukt die het alarm
geactiveerd heeft.
Als de melder niet overgaat op de 'vals alarm'-modus en het alarm hiervan blijft klinken, is de hitte
in de ruimte te hoog en kan er sprake zijn van een gevaarlijke situatie. Neem de noodzakelijke
actie.
DE HITTEMELDER TESTEN
WAARSCHUWING: TEST ELKE HITTEMELDER EN ROOKMELDER OM ER ZEKER VAN TE ZIJN DAT ALLE
MELDERS GOED GEÏNSTALLEERD ZIJN EN WERKEN
.
GA TIJDENS DE TEST OP AFSTAND VAN DE HITTEMELDER STAAN HET ALARMGELUID IS LUID OM U TE.
KUNNEN WAARSCHUWEN EN KAN SCHADELIJK ZIJN VOOR UW GEHOOR. TEST DE HITTEMELDERS
WEKELIJKS EN NADAT U OP VAKANTIE BENT GEWEEST OF ALS ER GEDURENDE MEERDERE DAGEN
NIEMAND IN DE WONING IS GEWEEST.
Test wekelijks alle hittemelders op de volgende manier:
1. Controleer de TEST-/onderdrukkingsknop. Als het groene led-lampje boven de testknop AAN
is, krijgt de hittemelder netvoeding.
OPMERKING: De weergegeven kleuren komen overeen met de elektrische aansluitingen in het VK. De
kleuren kunnen per land verschillen.
PROBLEEMOPLOSSING
PROBLEEM OPLOSSING
De hittemelder piept niet wanneer hij
wordt getest.
OPMERKING:
HOUD DE TESTKNOP minstens vijf
(5) seconden ingedrukt tijdens de
test!
1) Controleer of de netvoeding
ingeschakeld is.
2) Schakel de stroom uit.
Haal de hittemelder van de montageplaat
af en:
a) Controleer of de connector goed
bevestigd is.
b) Controleer of de batterij goed op
is aangesloten (alleen KF30).
3) Maak de hittemelder schoon.
De hittemelder piept om de
40 seconden
KF30R: controleer of de melder minstens
2 hele dagen lang op de netvoeding is
aangesloten. Als het alarm blijft piepen
na de vereiste oplaadperiode,
retourneert u de melder voor onderhoud.
KF30: Schakel de voeding uit en vervang
de batterij. Zie 'Batterij vervangen' in de
paragraaf ONDERHOUD EN
REINIGING.
De hittemelder laat ongewenst alarm
horen.
1) Vraag een elektricien om de
hittemelder op een nieuwe plaats te
installeren. Zie de paragraaf
PLAATSING VAN DE HITTEMELDER in
deze handleiding.
Onderling gekoppelde hittemelders
geven geen alarmsignaal wanneer
het systeem wordt getest.
1) Houd de knop minstens drie seconden
ingedrukt nadat de eerste melder een
alarmsignaal geeft.
2) Schakel de netvoeding of
stroomonderbreker uit en controleer de
bedrading voor het onderling koppelen.
Zie de paragraaf HITTEMELDERS
ONDERLING KOPPELEN van deze
gebruikershandleiding.
3 'tsjirpgeluiden' om de 40 seconden Einde levensduur melding (na 10 jaar)
van uw hittemelder.
Vervang uw melder meteen.
1002-7211-01 DU
!
!
!
!
!
!
!
!
!


Product specificaties

Merk: FireX
Categorie: Detector
Model: KF30

Heb je hulp nodig?

Als je hulp nodig hebt met FireX KF30 stel dan hieronder een vraag en andere gebruikers zullen je antwoorden




Handleiding Detector FireX

FireX

FireX KF30 Handleiding

22 April 2023

Handleiding Detector

Nieuwste handleidingen voor Detector