Vetus NLP75 1 Handleiding

Vetus Waterpomp NLP75 1

Lees hieronder de 📖 handleiding in het Nederlandse voor Vetus NLP75 1 (16 pagina's) in de categorie Waterpomp. Deze handleiding was nuttig voor 45 personen en werd door 2 gebruikers gemiddeld met 4.5 sterren beoordeeld

Pagina 1/16
Installatie instructies
Installation instructions
Installationsvorschriften
Instructions d’installation
Instrucciones de instalación
Istruzioni per l’installazione
NEDERLANDS 2
ENGLISH 4
DEUTSCH 6
FRANÇAIS 8
ESPAÑOL 10
ITALIANO 12
Waterlock
Waterlock
Wassersammler
Waterlock
Colector
Marmitte
NLP
NLP(W)HD
Copyright © 2014 Vetus b.v. Schiedam Holland
030419.04
Waterlock NLP
1 Inleiding
De Vetus uitlaatsysteem-onderdelen zijn uitsluitend geschikt om te
worden toegepast in watergnjecteerde uitlaatsystemen.
De maximale continue gebruikstemperatuur is afhankelijk van het
materiaal van de waterlock.
Het materiaal is herkenbaar aan de kleur.
Type Kleur
NLPxx(S) Grijs 70˚C
NLPxx(S)HD Zwart 250˚C
NLPxx(S)WHD Wit
• Pas een temperatuuralarm toe om een te hoge uitlaatsys-
teemtemperatuur te signaleren.
• Indien om de tegendruk in het uitlaatsysteem te verlagen de
hoeveelheid gnjecteerd koelwater wordt verminderd dient
gecontroleerd te worden dat er tijdens stationair draaien van
de motor toch voldoende water geïnjecteerd wordt. Een te
hoge temperatuur van het uitlaatsysteem wordt hiermee
voorkomen.
• Ook als de menging van het koelwater met de uitlaatgassen
niet optimaal is kan een te hoge temperatuur in het uitlaat-
systeem het gevolg zijn.
Over het algemeen wordt een goede menging verkregen bij
een vrijwel verticaal opgestelde uitlaat injectie-bocht.
Een slechte menging komt bijvoorbeeld voor bij een statio-
nair draaiende motor; in het bijzonder in die gevallen waarbij
de op de motor gemonteerde koelwaterinjectiebocht vrijwel
horizontaal is opgesteld.
Tref indien noodzakelijk voorzieningen, bijvoorbeeld door
het plaatsen van een waterwervelaar of een waterverdeler in
de uitlaatleiding, om de meng ing van koelwater met uitlaat-
gassen te verbeteren
Pas als uitlaatleiding bij met water geïnjecteerde uitlaatsystemen
een geschikte kwaliteit slang toe.
Deze slang moet gewapend zijn, bestand zijn tegen uitlaatgassen,
een hoge temperatuur (100°C) en olieresten. Voor het verwerken is
goede buigzaamheid een vereiste terwijl de slang bij verhitting niet
mag ‘inklappen.
Vetus uitlaatslang voldoet aan alle hiervoor gestelde eisen.
WAARSCHUWING
Als tijdens stilstand van de motor water uit de waterlock in het
uitlaatsysteem van de motor terecht komt (bijvoorbeeld onder
zeil als het schip extreem rolt of stampt) zal dit onherroepelijk
tot schade aan de motor leiden.
Teveel water in de waterlock kan starten van de scheepsmotor
belemmeren; tap dan eerst het water af. Een te grote hoeveel-
heid water in de waterlock kan worden veroorzaakt als ook na
herhaaldelijke startpogingen de motor niet wil aanslaan.
2 Installatie
2.1 Opstelling waterlock NLP
Stel de waterlock zoveel mogelijk vertikaal op.
De ‘IN’-aansluiting van de waterlock moet te allen tijde onder het
niveau van de uitlaatinjectiebocht blijven! Plaats de waterlock ach-
terstevoren naast de motor als achter de motor onvoldoende ruimte
beschikbaar is.
2.2 Opstelling uitlaatspiegeldoorvoer
Monteer de uitlaatspiegeldoorvoer op een zodanige plaats in de
spiegel dat bij een beladen schip de spiegeldoorvoer zich nog ten-
minste 5 cm boven de waterlijn bevindt.
2.3 Uitlaatleiding
Om een goede afvoer van het in de uitlaatleiding geïnjecteerde
koelwater te verzekeren dient de uitlaatleiding, vanaf het waterinjec-
tiepunt tot aan de waterlock, over de volledige lengte op afschot te
worden geïnstalleerd.
De uitlaatleiding bevat tijdens bedrijf water. Het gewicht neemt hier-
door aanzienlijk toe, ondersteun daarom de uitlaatleiding.
De uitlaatleiding van waterlock naar spiegeldoorvoer moet zo wor-
den geïnstalleerd dat:
- Het hoogste punt in de uitlaatleiding zich niet meer dan 150 cm
boven de onderzijde van de waterlock bevindt.
- De lengte van dat deel uitlaatleiding, tussen de waterlock en het
hoogste punt, niet meer dan 300 cm bedraagt.
Waterlock NLP
2.4 Slangaansluitingen
NLP40/45/50
NLP50S/60/75/90
Om de slangen optimaal op de waterlock te kunnen aansluiten zijn
beide slangaansluitingen 360° draaibaar.
Draai de bouten los alvorens de slangaansluitingen te verdraaien!
Schroef de slangaansluitingen weer vast met een aanhaalmoment
van .1 Nm
Het bovendeel van de waterlock is 360˚ draaibaar.
Het bovendeel dient als volgt verdraaid te worden:
1 Schroef de klemband los
2 Draai het bovendeel in de gewenste stand
3 Schroef de klemband voldoende stevig vast, met een aanhaalmo-
ment van .0,3 Nm
2.5 Het monteren van de slang
Gebruik uitsluitend water en/of zeep, dus geen vet- of oliehoudende
producten, om het monteren van de slang op de slangaansluitingen
te vereenvoudigen.
Monteer elke slangverbinding met 2, roestvaststalen - 12 mm brede,
slangklemmen.
2.6 Zender voor temperatuuralarm
Een zender voor een temperatuuralarm kan in de uitlaatleiding van
de motor worden gemonteerd.
3 Installatievoorbeelden
Afgebeeld op blz. 15 zijn uitlaatsystemen met een waterlock, type
NLP, een geluiddemper type MP, een zwanenhals type NLPG en een
uitlaatspiegeldoorvoer.
De inloop van achteropkomend water wordt vrijwel volledig voorko-
men door het extra hoogteverschil in de zwanenhals.
Na het stoppen van de motor zal het water dat zich nog in de uitlaat-
leiding bevindt (tussen hoogste punt uitlaatsysteem en waterlock)
teruglopen naar de waterlock.
Om deze hoeveelheid teruglopend water zoveel mogelijk te beper-
ken, dient de zwanenhals, indien mogelijk, direct boven de waterlock
te worden opgesteld. Zie tek. 1 en 3.
Indien de zwanenhals direct op de spiegeldoorvoer wordt gemon-
teerd, tek. 2 en 4, dient met de maximale lengte van de uitlaatlei-
ding, tussen de waterlock en het hoogste punt, rekening te worden
gehouden.
4 Voorkomen van hevelen
(tekening3&4)
Indien het waterinjectiepunt ‘C’ zich onder of minder dan 15 cm bo-
ven de waterlijn bevindt (ook als het schip onder een helling vaart)
bestaat het gevaar dat bij stilstand van de motor het koelwater door
de hevelwerking in de motor kan komen. Dit hevelen kan op twee
manieren worden voorkomen:
Door in de koelwaterslang tussen motorblok en waterinjectie-
punt ‘C’ een beluchting te maken, bijvoorbeeld door een beluch-
ter met beluchtingsleiding te plaatsen.
De beluchtingsleiding kan op een eigen huiddoorvoer (H) wor-
den aangesloten of op de hiervoor bestemde aansluiting op de
zwanenhals, type NLPG (G). Raadpleeg hiervoor de handleiding
voor NLPG, nr. 030428.0x.
Door in de koelwaterslang tussen motorblok en waterinjectie-
punt ‘C’ een beluchter (met klep) aan te brengen.
5 Onderhoud
Controleer regelmatig alle slangverbindingen op gas- en waterdicht-
heid.
Tap alvorens het schip in de winterberging ingaat de waterlock af. De
waterlock is voorzien van twee aftappluggen.


Product specificaties

Merk: Vetus
Categorie: Waterpomp
Model: NLP75 1

Heb je hulp nodig?

Als je hulp nodig hebt met Vetus NLP75 1 stel dan hieronder een vraag en andere gebruikers zullen je antwoorden




Handleiding Waterpomp Vetus

Handleiding Waterpomp

Nieuwste handleidingen voor Waterpomp