Ctek M300 Acculader Handleiding

Ctek Acculader M300 Acculader

Lees hieronder de 📖 handleiding in het Nederlandse voor Ctek M300 Acculader (8 pagina's) in de categorie Acculader. Deze handleiding was nuttig voor 27 personen en werd door 2 gebruikers gemiddeld met 4.5 sterren beoordeeld

Pagina 1/8
M300
Acculader
Voor loodzuuraccu's
Handleiding en gids voor het professioneel opladen
van start- en tractie-accu's.
NL
2 • NL
INLEIDING
Gefeliciteerd met uw aankoop van uw nieuwe CTEK professionele automatische acculader. Deze lader maakt deel uit van
een serie professionele accu-laders van CTEK SWEDEN AB. Hij vertegenwoordigt het meest geavanceerde niveau in de
acculadingstechnologie: laden en analyse in acht fasen, met temperatuurcompensatie. Lees deze handleiding aandachtig en volg
de instructies nauwgezet op bij het gebruik van uw nieuwe lader.
VEILIGHEID
• Deze lader is ontworpen voor het laden van loodzuuraccu's. Gebruik de lader niet voor andere doeleinden.
• Draag een veiligheidsbril en wend uw gezicht af van de accu wanneer u deze aansluit of losneemt.
• Accuzuur is corrosief. Spoel zuur dat in contact komt met huid of ogen onmiddellijk af met water en raadpleeg een arts.
• Zorg ervoor dat de draden niet klem komen te zitten of in aanraking met hete oppervlakken of scherpe randen komen.
• Wanneer de accu wordt opgeladen, kan hij explosieve gassen uitstoten. Vermijd daarom vlammen en vonken dichtbij de accu.
• Zorg altijd voor voldoende ventilatie tijdens het opladen.
• Zorg ervoor dat de lader niet afgedekt wordt.
• Zorg ervoor dat de netstekker niet wordt blootgesteld aan water.
• Laad nooit een bevroren accu op.
• Laad nooit een beschadigde accu op.
• Plaats de lader tijdens het opladen niet op de accu.
• De aansluiting op het net moet voldoen aan de landelijke voorschriften voor sterkstroom.
• Controleer voor gebruik de draden van de lader. Kijk of er barstjes in draden of buigbeveiliging zijn ontstaan. Een lader met
beschadigde draden mag niet worden gebruikt.
• Controleer altijd of de lader is overgeschakeld op druppellading voordat u deze zonder toezicht en gedurende lange tijd aangesloten
laat. Als de lader niet binnen 72 uur is overgeschakeld op druppellading, wijst dat op een defect. De lader moet dan handmatig
worden losgekoppeld.
• Accu’s hebben altijd een beperkte levensduur. Een defect aan de accu tijdens het laden wordt normaal gesproken verwerkt door
de geavanceerde sturing van de lader, maar bij een accu kunnen ook ongebruikelijke defecten optreden. Laat een lader nooit
gedurende langere perioden zonder toezicht.
• Montage is alleen toegestaan op een vlakke ondergrond.
• Deze uitrusting mag niet worden gebruikt door kinderen of personen die deze handleiding niet kunnen lezen en begrijpen, tenzij
ze onder toezicht staan van iemand die er garant voor staat dat zij op veilige wijze met de acculader kunnen omgaan. Bewaar en
gebruik de acculader buiten bereik van kinderen en let erop dat kinderen niet met de acculader spelen.
• Bij gebruik buitenshuis moet de lader horizontaal geplaatst worden, met de lange kant of de bovenkant naar boven gedraaid.
OPLADEN
De lader aansluiten op een accu in een voertuig
1. Trek altijd de stekker uit als u de voedingsdraden aankoppelt of loskoppelt.
2. Zoek welke de geaarde accuklem is (die in verbinding staat met het chassis). The negatieve klem is meestal de geaarde pool.
3. Opladen van een negatief geaarde accu. Verbind de rode draad met de positieve aansluitklem op de accu en de zwarte draad met
een goede metalen aardingsaansluiting op de motor, op enige afstand van de accu. Zorg ervoor dat u de zwarte draad niet verbindt
met een brandstoeiding of plaatstalen onderdelen van de carrosserie.
4. Opladen van een positief geaarde accu. Verbind de zwarte draad met de negatieve aansluitklem van de accu en de rode draad met
een goede metalen aardingsaansluiting op de motor, op enige afstand van de accu. Zorg ervoor dat u de zwarte draad niet verbindt
met een brandstoeiding of plaatstalen onderdelen van de carrosserie..
De lader aansluiten op een accu die zich niet in een voertuig bevindt:
1. Trek altijd de stekker uit als u de voedingsdraden aankoppelt of loskoppelt.
2. Verbind de rode draad met de positieve aansluitklem van de accu en de zwarte draad met de negatieve klem.
Als de accudraden incorrect zijn aangesloten, zal het beveiligingssysteem tegen omgekeerde polariteit ervoor zorgen dat noch de
lader, nocht de accu schade oplopen.
Beginnen met opladen
1. Sluit het snoer van de lader aan op een stopcontact. Het gele lampje POWER (B) gaat branden.
2. Het lampje voor volledig ontladen accu (1) gaat branden als de accuspanning minder dan 12V bedraagt.
3. De normale laadcyclus wordt aangegeven met de volgende lampjes: volledig ontladen accu (1), bulkladen (2), absorptieladen (3)
of onderhoudsladen (druppelladen) (4). Wanneer het lampje voor onderhoudsladen gaat branden, is de accu volledig opgeladen. Het
opladen begint opnieuw als de spanning terug zakt. De lader kan normaal maandenlang blijven aangesloten. Reconditionering wordt
aangegeven door het lampje (5).
4. Als de accudraden incorrect zijn aangesloten, zal het beveiligingssysteem tegen omgekeerde polariteit ervoor zorgen dat noch de
lader, noch de accu schade oplopen.
5. Als er niets gebeurt. Als het lampje voor de instelling en het voedingslampje branden maar de andere lampjes uit zijn, kan dit te
wijten zijn aan een slecht contact met het chassis of aan een defecte accu. Een andere mogelijke oorzaak is een te lage spanning op
het stopcontact. Begin door de aansluitingen tussen de accu en de lader te verbeteren.
NL • 3
6. Het laden kan op elk ogenblik onderbroken worden door het voedingssnoer van de lader los te koppelen. Ontkoppel altijd eerst
het voedingssnoer voor u de accudraden losmaakt. Wanneer u stopt met het laden van een accu in een voertuig, moet u altijd de
accudraad van het chassis loskoppelen voor u de andere accudraad losmaakt.
ACCUTYPES EN INSTELLINGEN
U kunt de M300 makkelijk instellen voor verschillende types van accu's of omstandigheden. De volgende aanbevelingen zijn niet meer
dan richtlijnen. Raadpleeg de fabrikant van de accu voor verdere instructies.
U kunt de instellingen regelen door te drukken op de Instellingen-knop en zo stap voor stap alle instellingen te doorlopen tot u de
gewenste instelling bereikt. Laat dan de knop los. Na ongeveer 2 seconden activeert de lader de gekozen instelling. De gekozen
instelling wordt bewaard in het geheugen van de lader, ook als de lader wordt ontkoppeld van de accu en het stopcontact.
NORMAL NORMAAL - Normale instelling voor natte accu's, onderhoudsvrije accu's en de meeste Gel-accu's. Voor
sommige Gel-accu's is een iets lagere laadspanning aanbevolen. Raadpleeg bij twijfel de fabrikant van de accu.
NIGHT
NIGHT – In deze stand volgt de lader hetzelfde programma als in NORMAL, maar met een gereduceerd
vermogen. De ingebouwde ventilator is uitgeschakeld en de lader werkt nagenoeg geluidloos. De lader keert
na 8 uur automatisch terug naar NORMAL. Om te garanderen dat de lader ook na het eventueel uitvallen van
de stroom herstart in de stand NIGHT, wordt de instelling opgeslagen in een geheugen. De aanduiding geeft
NIGHT” aan, ook al is de lader overgegaan op “NORMAL. Zo wordt u eraan herinnerd dat de lader de volgende
keer in stand NIGHT zal herstarten.
RECOND
RECOND - Met deze instelling kunt u accu's herladen die zo zwaar ontladen zijn dat het accuzuur in lagen
verdeeld is (hoog zuurgewicht onderaan, laag bovenaan). Raadpleeg bij twijfel de fabrikant van de accu.
Wees voorzichtig bij het gebruik van deze instelling, want de hoge spanning zal zorgen voor waterverlies. 16V
vormt normaal geen probleem voor de elektronica in een 12V systeem. Raadpleeg bij twijfel uw leverancier. De
levensduur van lampen wordt ingekort bij een hogere spanning. U kunt tijdens deze fase dan ook proberen de
lampen van de accu te ontkoppelen. U verkrijgt een maximaal effect en een minimaal risico voor de elektronica
als u de accu in losgekoppelde toestand oplaadt.
LAADFASEN
M300 laden en analyseren in acht volledig automatische stappen. De M300 bezitten drie verschillende bedrijfsmodi, zie Accutypes en
Instellingen.
De acculader werkt volgens een volledig automatische laadcyclus in 8 stappen:
Desulfatering
De desulfatering met pulsen zorgt voor het herstel van gesulfateerde accu's. Wordt aangeduid met lampje 1.
Soft start (Lamp 1)
Startmodus voor de laadcyclus. De startfase houdt aan tot de spanning op de accuklemmen gestegen is tot de ingestelde
drempelwaarde, waarna de lader overschakelt op bulkladen. Als de spanning op de accuklemmen niet de drempelwaardeheeft bereikt
binnen de tijdslimiet, schakelt de lader over op de storingsmodus(lampje 0) en wordt het laden stopgezet. Als dat gebeurt, wijst dit
erop dat de accu defect is of een te grote capaciteit heeft.
Bulk (Lamp 2)
Hoofdladen, in deze fase vindt 80% van het laden plaats. De lader levert een maximale stroom af tot de spanning op de accuklemmen
een vooraf ingesteld niveau bereikt. Het bulkladen heeft een maximum tijd, waarna de lader automatisch overschakelt op Absorptie.
Absorptie (Lamp 3)
Complete oplading tot vrijwel 100%. De spanning op de accuklemmen wordt behouden op het ingestelde niveau. Tijdens deze
fase wordt de stroom in opeenvolgende stappen verlaagd. Zodra de stroom verlaagd is tot de ingestelde limietwaarde, schakelt
deze fase over op tijdsturing. Als de totale tijd voor de Absorptie hoger ligt dan detijdslimiet, schakelt de lader automatisch over op
onderhoudslading.
Analyse (Lamp 3)
Test van de zelfontlading. Als de zelfontlading te hoog ligt, wordt het laden onderbroken en wordt een storing aangegeven.
Onderhoudslading - Float (Lamp 4)
Laden bij constante spanning.
Onderhoudslading - Puls (Lamp 4)
Het laadniveau varieert van 95% tot 100% geladen. De accu ontvangt een puls wanneer de spanning terugvalt en houdt zo de accu in
perfecte conditie wanneer hij niet gebruikt wordt. De lader kan maandenlang aangesloten blijven. De lader meet continu de spanning
op de accuklemmen om te bepalen of een laadpuls vereist is. Als de accu belast wordt en/of de spanning op de accuklemmen daalt,
wordt een laadpuls gestart tot de accuspanning opnieuw de ingestelde drempelwaarde bereikt. De laadpuls wordt dan onderbroken.
Deze cyclus kan eindeloos herhaald worden. Als de eindspanning onder een drempelwaarde zakt, keert de lader automatisch terug
naar het begin van de laadcyclus.


Product specificaties

Merk: Ctek
Categorie: Acculader
Model: M300 Acculader

Heb je hulp nodig?

Als je hulp nodig hebt met Ctek M300 Acculader stel dan hieronder een vraag en andere gebruikers zullen je antwoorden




Handleiding Acculader Ctek

Handleiding Acculader

Nieuwste handleidingen voor Acculader