Garmin GPSMAP 8015 Handleiding


Lees hieronder de 📖 handleiding in het Nederlandse voor Garmin GPSMAP 8015 (4 pagina's) in de categorie Personal navigatie. Deze handleiding was nuttig voor 47 personen en werd door 2 gebruikers gemiddeld met 4.5 sterren beoordeeld

Pagina 1/4
GPSMAP® 8000-serie
Snelstartgids
Maart 2013 190-01557-55_0A Gedrukt in Taiwan
Inleiding
WAARSCHUWING
Lees de gids in de Belangrijke veiligheids- en productinformatie
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
Vooraanzicht GPSMAP 8000-serie
De locatie van de items verschilt afhankelijk van het model.
Deze afbeelding en tabel zijn gebaseerd op de toestellen uit de
GPSMAP 8000-serie.
ÀAan-uitknop
ÁSensor automatische schermverlichting
ÂAanraakscherm
Tips en snelkoppelingen
Selecteer in een willekeurig scherm om terug te keren Start
naar het startscherm.
Selecteer in een willekeurig hoofdscherm om toegang Menu
tot aanvullende instellingen te krijgen.
Druk op om de helderheid van de schermverlichting aan te
passen en het aanraakscherm te vergrendelen.
Houd ingedrukt om de kaartplotter in of uit te schakelen.
GPS-satellietsignalen
Wanneer u de kaartplotter inschakelt, moet de GPS-ontvanger
de gegevens van de satellieten verzamelen en de actuele
locatie bepalen. Wanneer de kaartplotter satellietsignalen
ontvangt, worden de boven aan het startscherm groen.
Wanneer de kaartplotter het satellietsignaal verliest, verdwijnen
de en knippert er een vraagteken op op de kaart.
Ga voor meer informatie over GPS naar www.garmin.com
/aboutGPS.
Het aanraakscherm gebruiken
Tik op het scherm om een item te selecteren.
Sleep of veeg uw vinger over het scherm om te pannen of te
scrollen.
Knijp twee vingers samen om uit te zoomen.
Spreid twee vingers uit elkaar om in te zoomen.
Het aanraakscherm vergrendelen
U kunt het aanraakscherm vergrendelen om te voorkomen dat u
per ongeluk op het scherm tikt en functies activeert.
1 Selecteer .
2Selecteer .Vergrendel aanraakscherm
De schermverlichting aanpassen
1Selecteer > > > Instellingen Systeem Scherm
Schermverlichting.
TIP: Druk vanuit elk scherm op om de instellingen voor
schermverlichting te openen.
2Selecteer een optie:
Pas de schermverlichting aan.
Selecteer Automatische achtergrondverlichting
inschakelen Auto of .
De kleurmodus aanpassen
1Selecteer > > > Instellingen Systeem Scherm
Kleurmodus.
2Selecteer een optie.
Een geheugenkaart plaatsen
U kunt optionele geheugenkaarten in de kaartplotter gebruiken.
Via gegevenskaarten kunt u satellietbeelden met hoge resolutie
en luchtfoto's van havensteden, havens, jachthavens en andere
nuttige punten weergeven. U kunt lege geheugenkaarten
plaatsen om gegevens, zoals bijvoorbeeld waypoints, routes en
sporen naar een andere, compatibele Garmin-kaartplotter of
een computer over te brengen.
1Open het klepje À van de geheugenkaartlezer.
2Plaats de geheugenkaart
Á met het label weggericht van het
klepje.
3Druk op de kaart tot deze vastklikt.
4Sluit het klepje van de kaartlezer.
Waypoints
Waypoints zijn locaties die u vastlegt en in het toestel opslaat.
Uw huidige positie als waypoint markeren
Selecteer vanuit een willekeurig scherm .Markeren
Een waypoint op een andere positie maken
1Selecteer > > Navigatie-info Beheer gegevens Waypoints
> .Waypoint maken
2Selecteer een optie:
Om het waypoint te maken door positiecoördinaten in te
voeren, selecteert u , en voert u de Voer coördinaten in
coördinaten in.
Om het waypoint te maken met behulp van een kaart,
selecteert u , en daarna achtereenvolgens Gebruik kaart
de locatie en .Verplaats waypoint
Een MOB-positie markeren en er naartoe navigeren
Als u een waypoint markeert, kunt u deze als MOB-positie
(man-over-boord) opslaan.
Selecteer een optie:
Selecteer vanuit een willekeurig scherm MarkerenMan-
over-boordJa.
Selecteer vanuit een willekeurig scherm Man-over-boord
> .Ja
Een internationaal MOB-symbool markeert het actieve MOB-
punt en de kaartplotter stelt een directe koers in terug naar de
gemarkeerde locatie.
Navigatie
Navigeren naar een punt op de kaart
LET OP
De functie Auto Guidance is gebaseerd op elektronische
grafiekgegevens. De gegevens garanderen niet dat de route vrij
is van obstakels en dat deze diep genoeg is. Let tijdens het
2
volgen van de koers altijd goed op en vermijd land, ondiep
water en andere obstakels die u onderweg kunt tegenkomen.
Wanneer u Ga naar gebruikt, kunnen een directe koers en een
gecorrigeerde koers over land of door ondiep water lopen.
Gebruik visuele waarnemingen om land, ondiep water en
andere gevaarlijke objecten te vermijden.
OPMERKING: In sommige gebieden is de kaart voor
diepzeevissen beschikbaar met geavanceerde kaarten.
OPMERKING: In sommige gebieden is Auto Guidance
beschikbaar met geavanceerde kaarten.
1Selecteer een locatie op de navigatie- of viskaart.
2Selecteer indien nodig .Select
3Selecteer .Navigeren naar
4Selecteer een optie:
Als u direct naar een locatie wilt navigeren, selecteert u
Ga naar.
Als u een route naar de locatie wilt maken, inclusief
koerswijzigingen, selecteert u .Route naar
Als u Auto Guidance wilt gebruiken, selecteert u Begeleid
naar.
5Controleer de koers die met een magenta lijn wordt
aangegeven.
OPMERKING: Als u de functie Auto Guidance gebruikt,
geeft een grijs gedeelte op de magenta lijn aan dat de functie
Auto Guidance een deel van de Auto Guidance-lijn niet kan
berekenen. Dit wordt veroorzaakt door de instellingen voor
een veilige, vrije doorvaart bij een minimale waterdiepte en
obstakelhoogte.
6Volg de magenta lijn en vermijd daarbij land, ondiep water en
andere obstakels.
Een route vanaf uw huidige locatie maken en
navigeren
U kunt een route op de navigatiekaart of de viskaart maken en
deze meteen gaan volgen. Met deze procedure worden de
route- of waypointgegevens niet opgeslagen.
OPMERKING: In sommige gebieden is de kaart voor
diepzeevissen beschikbaar met geavanceerde kaarten.
1Selecteer een bestemming op de navigatie- of viskaart.
2Selecteer > .Navigeren naar Route naar
3Selecteer de locatie van de laatste koerswijziging voor de
bestemming.
4Selecteer .Voeg koerswijziging toe
5Herhaal de stappen 3 en 4 als u meer koerswijzigingen wilt
toevoegen. Werk daarbij terug vanaf de bestemming naar de
huidige locatie van uw vaartuig.
De laatste koerswijziging die u toevoegt moet de eerste
koerswijziging zijn die u maakt, beginnend vanaf uw huidige
locatie. Het moet de koerswijziging zijn die zich het dichtst bij
uw vaartuig bevindt.
6Indien nodig selecteert u .Menu
7Selecteer .Navigeer route
8Controleer de koers die met een magenta lijn wordt
aangegeven.
9Volg de magenta lijn en vermijd daarbij land, ondiep water en
andere obstakels.
3


Product specificaties

Merk: Garmin
Categorie: Personal navigatie
Model: GPSMAP 8015

Heb je hulp nodig?

Als je hulp nodig hebt met Garmin GPSMAP 8015 stel dan hieronder een vraag en andere gebruikers zullen je antwoorden




Handleiding Personal navigatie Garmin

Handleiding Personal navigatie

Nieuwste handleidingen voor Personal navigatie