Behringer Ultrapatch PX1000 Handleiding

Behringer DJ Gear Ultrapatch PX1000

Lees hieronder de 📖 handleiding in het Nederlandse voor Behringer Ultrapatch PX1000 (3 pagina's) in de categorie DJ Gear. Deze handleiding was nuttig voor 24 personen en werd door 2 gebruikers gemiddeld met 4.5 sterren beoordeeld

Pagina 1/3
versie1.2 mei 2003
Gebruiksaanwijzing
NEDERLANDS
ULTRAPATCH PX1000
2
ULTRAPATCH PX1000
1. PATCHBAY CONFIGURATIE
Welkom bij de BEHRINGER familie!
Hartelijk dank voor u vertrouwen in de BEHRINGER
PRODUCTLIJN, dat blijkt uit uw aankoop van de ULTRAPATCH
PX1000. De PX1000 is een multifunctionele symmetrische
48-punts patchbay voor studio en podiumtoepassingen.
Een Patchbay, stageblock of stekkerbord geeft u de mogelijkheid
de audiosignalen van de meeste komponenten in uw studio met
een centraal punt te verbinden en deze naar andere units te
sturen, waardoor de hele bekabeling beter gestructureerd en
optimaal geschikt wordt om er professioneel mee te kunnen
werken. Wilt u uw studio zo effectief mogelijk gebruiken, is het
aan te bevelen een volledig patchbay bekabelingsschema te
gebruiken, maar ook kleinere studio-configuraties hebben
voordeel bij minder complexe patchbay configuraties.
1. PATCHBAY CONFIGURATIE
De meeste commerciële patchbays hebben twee rijen met 24
stekerbussen in een enkelvoudig 19" paneel. Aan de achterkant
bevindt zich een overeenkomstig aantal stekerbussen of anders
contacten waar de signaalleidingen op vastgesoldeerd kunnen
worden. Elke groep van vier stekerbussen vormt een module. Bij
sommige patchbays kan de configuratie verandert worden door
het inzetten van jumpers of het draaien van individuele modules.
Met ons model ULTRAPATCH PX1000 beschikt u over een
uitsluitend met symmetrische klinkerbussen toegerust en
eenvoudig te bedienen 48-delig insteekbord, dat in vijf
verschillende modi gebruikt kan worden. Hierbij bepaalt het soort
steekverbinding, hoe de verschillende modules werken. Stelt u
zich daarom steeds de vraag: Wat gebeurt er wanneer ik bijv.
een signaal met bus (A) aan de achterkant verbind? Waar kan ik
het signaal aftakken? Zal een ander signaal, dat bijv. met bus (B)
aan de voorkant wordt verbonden, de signaalstroom
veranderen? Met behulp van de nu volgende uitleg willen we
proberen, de functies van de PX1000-modi duidelijk te maken.
1.1 Mode 1
Afb. 1.1: Pass Thru-configuratie (Modus 1)
Als u een stereo- c.q. twee monosignalen met de twee bussen
(A en B) aan de voorkant verbindt, worden de twee
binnenkomende audiosignalen A en B gescheiden van de voor-
naar de achterkant gevoerd. Hetzelfde geldt in het omgekeerde
geval: Komt bij elk van de bussen A en B aan de achterkant een
signaal binnen, dan wordt elk signaal apart naar de voorkant
doorgevoerd. U kunt deze mode bijvoorbeeld toepassen om
mengpaneel uitvoer met compressor invoer te verbinden of
compressor output met tape input.
Afb. 1.2: Insert-configuratie (Modus 1)
Afb. 1.2 laat zien hoe Inserts verbonden worden. We nemen
aan, dat u een signaal met de bovenste, achterste bus (A)
verbonden heeft. Dit signaal wordt nu naar de voorkant via bus
(A) en aan de achterkant via bus (B) doorgegeven. Pas wanneer
de onderste, voorste bus (B) wordt gebruikt, gaat de beschreven
route open, zodat respectievelijk de bovenste twee en de
onderste twee klinkerbussen contact maken. Deze bedrijfsmodus
wordt Input Break genoemd. Deze werkt ook in spiegelbeeld
(zie Afb. 1.2), waarbij in dit geval de signaalstroom opengaat
zodra bus (B) aan de achterkant is ingestoken. Modus 1 is bijv.
geschikt om de Master-Inserts van het mengpaneel met de in- en
uitgangen van de Compressor te verbinden. Op dezelfde wijze
kunnen kanaal-Inserts met de in- en uitgangen van de Equalizer
worden verbonden.
1.2 Mode 2
Afb. 1.3: Split-configuratie (Modus 2)
Wordt een signaal met de bovenste, achterste bus (A)
verbonden (waarbij bus (B) aan de achterkant in dit geval onbezet
moet blijven), dan wordt dit naar de twee voorste klinkerbussen
(A en B) doorgegeven (gesplit). Maar u kunt ook bus (A) aan
de voorkant gebruiken, om het signaal van de bovenste, achterste
bus (A) en de onderste, voorste bus (B) af te takken. Zo kan het
signaal bijv. over twee versterkers of opname-apparaten worden
verdeeld.
1.3 Mode 3
Afb. 1.4: Split-configuratie (Modus 3)
Deze bedrijfsmodus lijkt sterk op Modus 2. Ook hierbij wordt
het signaal gesplit, waarbij het nu bovendien van bus (B) aan
de achterkant kan worden afgetakt. Dus ook hierbij kan een
signaal aan twee versterkers worden doorgegeven, waarbij u
zelf kunt bepalen of u de voorkeur geeft aan Modus 2 of 3.
1.4 Mode 4
Afb. 1.5: Pass Thru-configuratie (Modus 4)
In deze bedrijfsmodus zijn de contacten van de bussen A & B
aan de voorkant met elkaar verbonden. Vereiste: De twee bussen
aan de achterkant blijven onbezet. Hetgeen wil zeggen dat één
van de bussen aan de voorzijde (A of B) een binnenkomend
signaal ontvangt, terwijl de andere bus aan de voorzijde het
signaal verstuurd.
1.5 Mode 5
Afb. 1.6: Pass Thru-configuratie (Modus 5)
3
ULTRAPATCH PX1000
6. TECHNISCHE GEGEVENS
Hierbij zijn de contacten van bussen A & B aan de achterzijde
onderling verbonden. De configuratie is hetzelfde als in mode 4.
In tegenstelling tot mode 4, wordt deze mode echter meestal
voor apparatuur in een vaste installatie gebruikt. Zo hebben
opnamestudios bijvoorbeeld de uitvoer van het mengpaneel
meestal aangesloten op de inputs van de recorder. Het is erg
handig de signaalroutering op deze wijze door de patchbay te
laten lopen, waarbij de permanente verbindingen aan de
achterzijde worden gelegd. Zo kan men het signaal gemakkelijk
op een aantal manieren afsnijden, omleiden of verplaatsen vanaf
de voorzijde van de patchbay, door een plug in een van de
voorste bussen te steken (A of B).
2. AANSLUITPROBLEMEN
Het juist aansluiten van de bedrading is een kunst op zichzelf
en het loont de moeite, de tijd te nemen om het goed te doen. Op
de eerste plaats is het belangrijk aardlussen te vermijden (een
kabel in een lus werkt als een antenne en pikt brom en
elektromagnetische straling op). Denk aan een boom, elk deel
van de boom is met elk ander deel verbonden, maar alleen via 1
route. Zo zou de hele aarding voor je gehele studio eruit moeten
zien. Niet de aardverbinding van de hoofdkabelplug verwijderen
om hoorbare brom van 50/60 Hz van de mains te reduceren. In
plaats daarvan dient u de signaalafscherming elders (bij een of
meerdere audiokabels) in de signaalstroom los te maken.
Het behoort tot de normale gang van zaken, dat alle
afschermingen gemeenschappelijk op de patchbay worden
gerealiseerd, zodat alle apparatuur vanuit dit punt door middel
van een enkel scherm wordt geaard (meer dan 1 routering = een
aardlus), terwijl bij aan de hoofdkabel geaarde apparatuur alle
afschermingen aan de apparaatzijde afgesneden worden.
Bepaalde apparatuur heeft een onafhankelijk signaal en aarding
aan de hoofdkabel. In dit geval dient tenminste één scherm de
apparatuur te aarden. Soms is de enige manier het gewoon
maar te proberen.
Zorg er alstublieft voor, dat de patchbay de aardings-
architectuur van de studio niet verstoord. Neem altijd zo kort
mogelijke verbindingskabels waarbij het scherm aan beide
uiteinden verbonden is.
Na het verwijderen van de brom van de hoofdleiding uit het
systeem, maakt u uw kabelbomen vanuit de patchbay naar buiten
toe. Gebruik kabelbinders, flexibele hoesjes, meeraderige kabels
etc. om de achterkant van het rek netjes te houden.
3. WAARSCHUWINGEN
VERMIJD HET ROUTEREN VAN digitale signalen in de buurt
van een patchbay omdat de puls die voor de transmissie van
deze signalen wordt gebruikt voor zware interferentie in analoge
signalen zorgt. Bovendien veranderen normale patchbays de
impedantie van de digitale kabelroute, hetgeen weer voor
interferentie in de digitale route zorgt. Gebruik de BEHRINGER
ULTRAMATCH PRO SRC2496 die specifiek voor deze en andere
functies is ontworpen die betrekking hebben op het overbrengen
van digitale signalen.
Microfoon-inputs werken op een niveau dat een aantal ordes
van grootte lager ligt dan line niveaus (+4 dBu of -10 dBV).
Daarom dienen ze nooit via een patchbay te worden geleid. In elk
geval dient het insteken van een veld met +48 V DC (fantoom-
stroom) in de patchbay, hoe dan ook vermeden te worden. Het
beste is, microfoons direct in het mengpaneel in te steken, of via
speciale XLR-muurcontactdozen die verbonden zijn met de mic
inputs van het mengpaneel door middel van kwalitatief goede
symmetrische meeraderige kabels.
4. LABELLEN
Wanneer er steeds zoveel verbindingspunten tegelijk in gebruik
zijn, is het waarschijnlijk onmogelijk ze allemaal uit elkaar te houden
zonder labels. De BEHRINGER ULTRAPATCH PX1000 is voorzien
van witte labels boven de bovenste bussen en witte labels onder
de onderste bussen om aan te kunnen geven om welke
verbindingen het gaat. Hierbij adviseren wij geen permanente
markers te gebruiken. U zult de aanduidingen immers willen
veranderen als u de signaalroutering van uw patchbay eens
gaat wijzigen.
5. ORGANISATIE VAN DE PATCHBAY
Er is een voorbeeldconfiguratie bijgevoegd, die u laat zien hoe
u de patchbay kunt gebruiken. Het gaat slechts om een voorbeeld
ter illustratie van het gebruik van de PX1000. Afhankelijk van hoe
u het apparaat toepast heeft u mogelijk meerdere PX1000s nodig.
Hierbij willen wij opmerken, dat patchbays zo onder elkaar
geplaatst dienen te worden, dat de verbindingskabels niet zomaar
over de patchways heen liggen te slingeren.
6. TECHNISCHE GEGEVENS
Hoogte 1 3/4" (44,5 mm)
Breedte 19" (482,6 mm)
Diepte 2 3/4" (69,3 mm)
Gewicht ongeveer 1,3 kg
Connectoren 1/4" TRS symmetrisch
De Fa. BEHRINGER streeft altijd naar de hoogste kwaliteit en voert eventuele verbeteringen
zonder voorafgaande aankondiging door. Technische gegevens en uiterlijke kenmerken kunnen
daarom van de genoemde specificaties of van de afbeeldingen van het product afwijken.
Deze handleiding is auteursrechterlijk beschermd. Elke vermenigvuldiging, resp. nadruk, ook gedeeltelijk, en elke weergave van afbeeldingen, ook in gewijzigde vorm, is alleen
toegestaan met schriftelijke toestemming van de firma BEHRINGER Spezielle Studiotechnik GmbH.
BEHRINGER is geregistreerde handelsmerk.
© 2003 BEHRINGER Spezielle Studiotechnik GmbH.
BEHRINGER Spezielle Studiotechnik GmbH, Hanns-Martin-Schleyer-Str. 36-38, 47877 Willich-Münchheide II, Duitsland. Tel. +49 2154 9206 0, Fax +49 2154 9206 4903


Product specificaties

Merk: Behringer
Categorie: DJ Gear
Model: Ultrapatch PX1000

Heb je hulp nodig?

Als je hulp nodig hebt met Behringer Ultrapatch PX1000 stel dan hieronder een vraag en andere gebruikers zullen je antwoorden




Handleiding DJ Gear Behringer

Handleiding DJ Gear

Nieuwste handleidingen voor DJ Gear