Aritech CS 535 Handleiding


Lees hieronder de ๐Ÿ“– handleiding in het Nederlandse voor Aritech CS 535 (12 pagina's) in de categorie Beveiliging. Deze handleiding was nuttig voor 47 personen en werd door 2 gebruikers gemiddeld met 4.5 sterren beoordeeld

Pagina 1/12
ยฉ 2002 Interlogix B.V. Alle rechten voorbehouden. 1039094 August 2002
PRODUCTBESCHRIJVING
De CS535-module biedt een manier om gebeurtenissen die een alarm veroorzaken te melden naar vooraf opgegeven
telefoonnummers, door middel van vooraf opgenomen gesproken berichten. De berichten worden via een telefoonlijn verzonden,
als er in het controlepaneel een alarm wordt veroorzaakt.
De CS535-module wordt gebruikt met controlepanelen uit de CS175/275/575-series. De installateur neemt de gesproken berichten
op met behulp van een standaard (test)telefoon.
!
Connector aan achterzijde
#
CS534-connector
$
Niet in gebruik
%
Druktoets Opnemen/afspelen
&
Processor
'
LED voor opnemen/afspelen
(
LED voor melding
)
LED voor busactiviteit
*
Aansluiting voor telefoon toestel
CS535-module voor
CS175/275/575-series
Installatie-instructies
CON2
CON6
C1
C33
C3
IC3
SW1
IC7
C12
3
2
1
4
5
100901999-1
๎€
๎€‚
๎€ƒ
๎€„
๎€…
๎€†
๎€‡
๎€ˆ
๎€‰
Afbeelding 1
2
ALGEMENE WERKING VAN DE CS535-MODULE
Wanneer er een Alarm/gebeurtenis plaatsvindt, in het
controlepaneel, dan zal deze module dit door gaan melden, naar
een vooraf opgegeven telefoonnummer. Wanneer de oproep
wordt beantwoordt, wordt een introductiebericht afgespeeld om de
melding van het systeem kenbaar te maken. De persoon die de
oproep beantwoordt, moet op een toets van zijn/haar
telefoontoestel drukken om de berichten te kunnen ontvangen
(handshake). De gebeurtenisberichten die worden afgespeeld,
beschrijven de oorzaak van de gebeurtenissen die een alarm
hebben geactiveerd. Het systeem speelt vervolgens een
adresbericht ter identificatie van de locatie die het alarm meldt.
Mogelijk vereist het systeem dat de persoon die de oproep
beantwoordt op een andere toets van zijn/haar telefoontoestel
drukt om de ontvangst van het bericht te bevestigen (kiss-off).
INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER
De installatie en configuratie wordt uitgevoerd door de
installateur. Nadat de installateur de melding met gesproken
berichten heeft ingesteld en geรฏnstalleerd, is er geen
programmering van de gebruiker meer vereist.
Bij een vals alarm kan de melding worden geannuleerd door een
gebruikerscode in te voeren.
Plan de volgende aspecten van het systeem samen met de
installateur:
+
De telefoonnummers waarnaar u meldingen wilt verzenden.
+ De gebeurtenissen die u wilt melden.
+ De gesproken berichten die u wilt gebruiken.
VEREISTE APPARATUUR EN VOORZIENINGEN
+ CS535-module
+ CS-175/275/575-controlepaneel
+ (Test) telefoontoestel
PROGRAMMEREN
CS-175/275/575-systemen zijn samengesteld uit een aantal
modules. Het controlepaneel, het bediendeel en de CS535-
module zijn allemaal modules. Elke module heeft een uniek adres
in het systeem. Elke module bevat een aantal adressen waar u
verschillende aspecten van de werking hiervan kunt
programmeren. Elk adres bevat dan weer een aantal
segmenten waarin vertrouwelijke informatie wordt opgeslagen.
Wanneer u een module wilt programmeren, moet u de
programmeermode starten vanaf het bediendeel. Daarna geeft
u de locatie op die u wilt bewerken. Als u de CS535-module
wilt instellen, moet u adressen in twee modules programmeren:
+
Controlepaneel โ€“ module-adres 0
+ CS535-module โ€“ module-adres 77
De programmeermodus starten
Als u de apparaten wilt programmeren, moet u eerst de
programmeermode starten.
1. Druk op
,- en toets vervolgens de installateurcode
in om de programmeermode te starten.
2. U bevindt zich nu in de programmeemode. U bent nu
klaar om de te programmeren module te selecteren.
De module adresseren
Toets het module adres in, gevolgd door # om de module te
selecteren. Voorbeeld: toets .# in voor het controlepaneel.
Een adres programmeren
1. Toets het adresnummer in, gevolgd door #.
2. Toets de nieuwe gegevens in en druk vervolgens op ,
om de gegevens op te slaan.
3. De gegevens van het volgende segment worden
weergegeven. Herhaal deze procedure voor elk segment.
Nieuwe gegevens annuleren
Druk op om alle wijzigingen die u in de gegevens hebt
gemaakt te annuleren. De oorspronkelijke waarde die was
opgeslagen voordat u het segment begon te programmeren,
verschijnt opnieuw.
De gegevens controleren
Druk op , en blader door de segmenten zonder gegevens in
te voeren.
Ongeldige gegevens
Als wordt geprobeerd een ongeldige waarde te programmeren,
geeft het bediendeel drie geluidssignalen en blijft dat segment
weergegeven tot een geldige waarde wordt ingetoetst.
Een adres afsluiten
1. Zodra het laatste segment van een adres is
geprogrammeerd, drukt u op de toets , om die locatie
af te sluiten.
2. Als u een adres vรณรณr het laatste segment wilt afsluiten, drukt
u op #. Hierdoor gaan alle wijzigingen verloren.
De programmeermode afsluiten
1. Druk op om terug te gaan naar: โ€œDruk op moduleadres
vervolgens #.โ€ Druk nogmaals op om de
programmeermode af te sluiten.
Raadpleeg de Installatiehandleiding van de CS 175-275-575 voor
meer informatie over het programmeren.
DE CS535-MODULE INSTALLEREN EN IN HET SYSTEEM OPNEMEN
Het controlepaneel zal de CS535-module automatisch
opnemen,wanneer u de onderstaande stappen volgt:
Let op!
Zorg ervoor dat u nooit statisch bent geladen wanneer u met
elektronische onderdelen werkt.
1. Sluit de connector aan de achterzijde van de CS535-module
aan op de connector van de audio-uitbreiding (J17) van het
controlepaneel. Zie ! in Afbeelding 1.
2. Ga in de programmeermode.
3. Druk hierna op om de programmeermode weer af
te sluiten. De CS535-module wordt automatisch in het
controlepaneel opgenomen. Het opnameproces duurt
ongeveer 12 seconden.
4. De CS535-module wordt herkend als module 77.
3
TELEFOONNUMMERS INSTELLEN
Het systeem kan maximaal zes verschillende telefoonnummers
opslaan waarnaar het controlepaneel gebeurtenissen kan
melden. Aan elk telefoonnummer is een lijst van gebeurtenissen
gekoppeld die naar dat nummer moeten worden gemeld. U dient
deze informatie voor telefoonnummer 1 te programmeren.
Het communicatieprotocol dat voor telefoonnummer 1 is
ingesteld, wekt als standaardcommunicatieprotocol. Aangezien
alle telefoonnummers hetzelfde communicatieprotocol gebruiken,
hoeft u het slechts eenmaal in te voeren voor het eerste
telefoonnummer.
Opmerking: als u bepaalde gebeurtenissen op bepaalde
telefoonnummers wilt laten melden, moet u voor die
telefoonnummers meldbare gebeurtenissen configureren. Als
u voor de telefoonnummers 2-6 geen meldbare
gebeurtenissen opgeeft, worden ze als back-up nummers
beschouwd. Het controlepaneel kiest elke nummer tweemaal
tot een oproep wordt beantwoord. Het systeem meldt dan
de gebeurtenissen die voor telefoonnummer 1 zijn ingesteld.
Als een telefoonnummer wordt overgeslagen, wordt dit
telefoonnummer weggelaten in de meldingsvolgorde.
Telefoonnummers worden ingesteld met behulp van de locaties uit
onderstaand tabel 1:
Tabel 1: Telefoonlocaties
Telefoon Nummer Communicatie-
protocol Gebeurte-nissen
Telefoon 1 2 4 5
Telefoon 2 6 8 9
Telefoon 3 10 12 13
Telefoon 4 14 16 17
Telefoon 5 18 20 21
Telefoon 6 22 24 25
BELANGRIJK: U dient voor elk extra telefoonnummer
gebeurtenissen in te stellen zodat het systeem hiervan
een melding kan maken op dat telefoonnummer.
Voorkiesnummer van telefoonnummer instellen
U kunt een voorkiesnummer van maximaal 4 cijfers instellen.
Dit voorkiesnummer wordt gekozen voordat de telefoonnummers
worden gekozen.
1. Als u zich niet in de programmeermode bevindt, drukt u op
,- en toets u vervolgens de installateurcode in. Op het
LCD-bediendeel verschijnt dan de tekst : Tik module num
vervolgens #.
2. Druk op
.# om de module van het controlepaneel te
selecteren.
3. Druk op
/# om het adres te kiezen en het telefoonprefix
in te stellen.
4. Voer elk cijfer van het voorkiesnummer in gevolgd door ,.
Voorbeeld: als het voorkiesnummer 222 is, drukt u op
0,0,0,.
5. Als het voorkiesnummer minder dan 4 cijfers bevat, drukt
u op /1# nadat het laatste cijfer is geprogrammeerd om
de locatie af te sluiten en in de programmeermode voor het
controlepaneel te blijven.
Opmerking: de toetsen 0-9 stellen die cijfers voor. Toets 11
in om de Ster-toets (*) in te stellen en 12 om de toets met
het hekje (#) in te stellen. Als u 13 intoetst, stelt u op een
willekeurig punt in het voorkiesnummer een vertraging van
vier seconden in. Als pulskiezen vereist is, toetst u 15 in
het segment in waar het pulskiezen moet beginnen. Als het
volledige nummer met pulsen moet worden gekozen, drukt
u op /2, in segment 1. Standaard is toonkiezen
ingesteld.
BELANGRIJK: als geen protocol wordt geprogrammeerd,
fungeert het controlepaneel alleen als een lokaal
controlepaneel.
Telefoonnummers instellen
Toets het adres in waarin u het telefoonnummer wilt
instellen, gevolgd door #. Zie Als een telefoonnummer wordt
overgeslagen, wordt dit telefoonnummer weggelaten in de
meldingsvolgorde. Telefoonnummers worden ingesteld met
behulp van de locaties uit onderstaand tabel 1:
1. voor de locaties van de telefoonnummers. Voorbeeld: om
naar telefoonnummer 1 te gaan, toetst u 0 # in.
2. Voer elk cijfer van het telefoonnummer in, gevolgd door ,.
3. Als het telefoonnummer minder dan 16 cijfers bevat, drukt u
op /1# nadat het laatste cijfer is geprogrammeerd om de
locatie af te sluiten en in de programmeermode voor de
module van het controlepaneel te blijven.
Het communicatieprotocol instellen
1. U hoeft dit alleen voor telefoonnummer 1 in te stellen.
Druk op 1# om adres 4 te openen.
2. Druk op
1,(Gesproken bericht).
Meldbare gebeurtenissen configureren
U moet de gebeurtenissen instellen die u door het systeem op elk
telefoonnummer wilt laten melden. Er zijn 15 gebeurtenissen, die
door de getallen 1-8 in twee segmenten worden vertegenwoordigd:
Tabel 2: Meldbare gebeurtenissen
Segment 1 Segment 2
1 Alarmen 1 Begin en einde van
programmeren, download
is voltooid
2 Gereserveerd 2 Sabotage zone en
behuizing
3 Openen en sluiten
(In- en uitschakelen) 3 Overspanning noodstroom-
voorziening, aardingsfout
4 Overbrugging zone 4 Draadloze sensor
ontbreekt
5 Zonestoring 5 Draadloze sensor - Accu
laag
6 Stroomstoring, accu laag 6 Fout in uitbreiding
7 Tel. Lijnfout+sirenefout 7 Gereserveerd
8 Testrapporten 8 Monitor zoneactiviteit
Standaard zijn alle gebeurtenissen ingeschakeld voor
telefoonnummer 1 en uitgeschakeld voor de telefoonnummers 2-6.


Product specificaties

Merk: Aritech
Categorie: Beveiliging
Model: CS 535

Heb je hulp nodig?

Als je hulp nodig hebt met Aritech CS 535 stel dan hieronder een vraag en andere gebruikers zullen je antwoorden




Handleiding Beveiliging Aritech

Handleiding Beveiliging

Nieuwste handleidingen voor Beveiliging